Stardust - Nieuwsarchief
Stardust-missie ten einde
30 maart 2011


Stardust heeft, na zijn lancering op 7 februari 1999, een lange succesvolle missie volbracht.
In totaal heeft hij een afstand van bijna zes miljard kilometer afgelegd.

Hij heeft deeltjes opgevangen van komeet Wild 2, planetoïde Annefrank gefotografeerd en een flyby gemaakt langs komeet Tempel 1. Afgelopen donderdag 24 maart heeft Stardust op een afstand van 312 miljoen kilometer zijn laatste signalen naar de aarde gezonden.




Stardust geeft informatie over Tempel 1
19 februari 2011





Op de opname gemaakt door Stardust is volgens de NASA de inslagkrater, doorsnede 300 meter, op Tempel 1 van het projectiel (370 kilogram) van de Deep Impact (juli 2005) te zien.

Het lijkt op een flauw, glooiende krater, met een soort centrale berg, zoals veel maankraters die hebben. Het oppervlak van de komeet lijkt door de vorm en uiterlijk niet erg stevig en stabiel.

Op de eerste foto is links de inslagkrater te zien kort na de inslag in 2005, en rechts in 2011.

Onder is het verschil tussen de linker (Deep Impact) en rechter foto (Stardust) vijf en een half jaar.



Stardust flyby langs Tempel 1
14 februari 2011


Vandaag vliegt Stardust (7 februari 1999 gelanceerd) op een afstand van 181 kilometer langs Tempel 1 en is live via het televisiekanaal NASA TV te volgen van 17.30 tot 19.00 uur Nederlandse tijd.
Betere gedetailleerde beelden worden dinsdagochtend rond 9.00 uur verwacht.

Tijdens deze flyby wordt nogmaals het oppervlak van Tempel 1 onderzocht, de radiosignalen doen er 18 minuten en 41 seconden over om de afstand te overbruggen.

Zes jaar geleden bracht Deep Impact een bezoek aan de komeet, waarbij een projectiel op het oppervlak werd afgeschoten.

Wetenschappers zijn benieuwd of de inslagkrater is veranderd en of het oppervlak door de zonnestraling in de afgelopen jaren is veranderd.

Deep Impact maakte deze foto van komeet Tempel 1 op 4 juli 2005. Het heldere gebied is de plek waar het projectiel van Deep Impact op de komeet neer kwam.




Bouwsteen van leven ontdekt in komeet Wild 2
25 augustus 2009


De deeltjes in de aerogel, die de Stardust in 2004 heeft verzameld bij de komeet Wild 2 en
in 2006 terug naar de aarde bracht, bevatten na uitgebreid onderzoek, glycine, een aminozuur.

Glycine speelt een belangrijke rol bij het leven op aarde, levende organismen
gebruiken aminozuren om eiwitten te maken.
Het is voor het eerst dat er een aminozuur in een komeet is aangetroffen.


Stukjes komeet

Dit betekent dat sommige bouwstenen van leven niet van de aarde afkomstig hoeven te zijn
en een aantal andere bouwstenen voor het ontstaan van leven in de ruimte zijn gevormd
en lang geleden door meteorieten en kometen op aarde terecht zijn gekomen.
Het leven op aarde gebruikt 20 verschillende aminozuren om eiwitten op te bouwen.



Komeet Wild 2 lijkt op planetoïden
29 januari 2008


De komeet Wild 2 blijkt net als een planetoïde, voornamelijk te bestaan uit rotsachtig materiaal,
in plaats van uit los stof zoals de meeste kometen. Dit blijkt uit de analyse van stofdeeltjes
die afkomstig zijn van Wild 2 en in 2004 zijn opgevangen door de collectoren van Stardust
en bestaan uit het licht siliciummateriaal, de aerogels.

De rotsachtige stofdeeltjes lijken op stofdeeltjes die afkomstig zijn van andere kometen, deze stofdeeltjes
worden GEMS genoemd. De atmosferische GEMS bestaan vooral uit glas (gesmolten silicium) gemengd
met metalen en zwavelverbindingen. De stofdeeltjes die Stardust heeft opgevangen zijn vergeleken
met de atmosferische GEMS. Hieruit is gebleken dat de stofdeeltjes die afkomstig zijn van
Wild 2 een geheel andere samenstelling hebben dan de atmosferische GEMS.

De snelheid waarmee de stofdeeltjes door de aerogels worden opgevangen, laat ze deels smelten
en dan zien ze eruit als GEMS. Ook zijn de atmosferische stofdeeltjes GEMS rijk aan koolstof,
terwijl de stofdeeltjes van Wild 2 juist arm zijn aan koolstof.


Komeet Wild 2 in 2004

Het was de verwachting dat het materiaal van Wild 2 uit GEMS zou bestaan dat afkomstig is
uit de oernevel waaruit het zonnestelsel is ontstaan.
Maar nu lijkt het dat Wild 2 een soort planetoïde-achtige komeet is.

Hoe hij precies is ontstaan is niet duidelijk, misschien in het buitenzonnestelsel en daarna in
het binnenzonnestelsel terecht gekomen, of ontstaan in het binnenzonnestelsel en later
naar buiten is verplaatst. Wild 2 wordt nog steeds al een komeet gezien, want bij het naderen
van de zon stoot hij gas- en stofdeeltjes uit. Het onderzoek laat zien dat er geen duidelijke scheiding
bestaat tussen kometen en planetoïden en dat beide objecten deels in elkaar over kunnen gaan.



Kometenstof Stardust komt gedeeltelijk uit zonnestelsel
5 januari 2008


Stardust heeft vier jaar geleden stofkorrels van de komeet Wild-2 verzameld.
Na onderzoek van de edelgassen helium en neon die in de stofdeeltjes zijn aangetroffen,
blijkt dat het stof dichtbij de zon moet zijn ontstaan, terwijl de komeet juist afkomstig is
uit de ijzige buitendelen van het zonnestelsel.

Er zijn ook koolstofverbindingen, die in planetoïden en meteorieten voorkomen aangetroffen.
Blijkbaar is dit stof helemaal van het binnenzonnestelsel naar de Kuipergordel getransporteerd,
maar het is nog steeds een raadsel hoe dit precies gebeurd.

Stardust is op een afstand van 238 kilometer langs de komeetkern gevlogen en heeft
vervolgens de stofdeeltjes die van de kern afkomstig zijn, opgevangen met gelpacks,
met een snelheid van 21.000 km/u zijn de deeltjes op de gelpacks ingeslagen,
waarbij ze uiteen zijn gevallen en duidelijke sporen hebben achtergelaten.


Komeetstof Stardust

Onderzoekers denken dat de komeet voor ongeveer tien procent uit materiaal bestaat,
dat uit de binnendelen van het zonnestelsel afkomstig is. De ontdekking helpt astronomen
om de omstandigheden en processen van het jonge zonnestelsel te achterhalen.

Als deze gassen inderdaad afkomstig zijn uit kometen, kan het onderzoek van deze gassen
in de komeetdeeltjes meer vertellen over de opbouw van de oeratmosferen
van de rotsachtige planeten in het zonnestelsel.



Inslagkratertjes onderzoek Stardust
18 april 2007


Wetenschappers bereiden zich voor op het onderzoek van de mini-inslagkratertjes die Stardust heeft verzameld,
terwijl hij door interstellaire stofstromen van komeet Wild 2 vloog.
In de kratertjes moeten de overblijfselen zitten van stofdeeltjes die ouder zijn dan ons zonnestelsel.


Inslagkratertje Stardust

De interstellaire stofdeeltjes zijn ongeveer tien nanometer (nanometer is een miljardste deel van een meter) groot
en daarmee nog kleiner dan de meeste deeltjes die Stardust later oppikte bij zijn tocht door de staart van komeet Wild 2.

De ervaring uit het onderzoek van de deeltjes van de komeet, zal worden gebruikt om de interstellaire deeltjes te ontleden.
Door een straaltje elektrisch geladen deeltjes worden de restanten van de ingeslagen deeltjes uit de mini-kratertjes getrokken,
waarna de deeltjes met een elektronenmicroscoop worden bekeken.



Stardust-onderzoek levert verrassende resultaten op
14 december 2006


Uit het ontleden van de deeltjes die de Stardust in 2004 bij komeet Wild 2 heeft verzameld blijkt, dat de materie
in het jonge zonnestelsel zodanig was vermengd, dat er materiaal uit de omgeving van de zon in
de ijzige verten van de kometen terechtkwam, dit in tegenstelling tot de bestaande wetenschappelijke kennis.

Hoe het materietransport precies in zijn werk is gegaan, is nog onduidelijk.
Het is mogelijk dat er een langzame wervelstroom in het jonge zonnestelsel actief was
of dat het is gebeurd door een meer explosieve oorzaak.


Stardust stofonderzoek

Duidelijk is wel dat kometen niet in volledige afzondering van de rest van het zonnestelsel zijn ontstaan.
Komeet Wild 2 bevat materiaal dat in de heetste delen van het zonnestelsel ontstaan moet zijn.
Volgens de onderzoekers is tot tien procent van de kometenmaterie afkomstig uit de omgeving van de zon.

Veel deeltjes bevatten mineralen als forsteriet en enstatiet, die alleen bij hoge temperaturen gevormd kunnen zijn.
Eén deeltje wijst zelfs op een productie bij een temperatuur van meer dan 1100 graden Celsius,
een hitte die alleen ver binnen de baan van Mercurius heerst.

Een andere ontdekking is stikstofrijke organische moleculen in de monsters van Wild 2.
De aanwezigheid van die verbindingen duidt erop dat kometen waarschijnlijk een belangrijke rol hebben
gespeeld bij de aanvoer van verbindingen die een rol hebben gespeeld bij het ontstaan van leven op aarde.
Komeet Wild 2 is de eerste komeet waarvan materiaal naar de aarde is gebracht.



Stofdeeltjes van Wild 2 onderzocht
14 maart 2006


Stardust, die de stofmonsters van komeet Wild 2, naar de aarde terugbracht, bevatten mineralen die dicht bij
de zon, in de schijfvormige wolk van gas en stof zijn gevormd en uitgestoten, heel vroeg in haar bestaan.

Deze mineralen zijn waarschijnlijk in het binnenste gedeelte van de schijf onstaan, bij een temperatuur van meer
dan 1000°C, daarna moeten ze op de één of andere manier in de buitenste gebieden van het zonnestelsel
terecht zijn gekomen en bij komeet Wild 2.


Stofdeeltje

De mineralen kunnen alleen bij de hoge temperaturen in de buurt van de zon en andere sterren worden gevormd.
Omdat kometen op grote afstand van de zon, waar het erg koud is, zijn ontstaan, moeten de mineralen,
waaronder olivijn, dit is een mix van ijzer en magnesium, op de één of andere manier
aan de materie van de komeet zijn toegevoegd.

De meest voor de hand liggende verklaring is dat de zon vroeg in haar bestaan materie heeft uitgestoten
in de vorm van twee stralen ver de ruimte in, zoals die ook bij andere jonge sterren zijn waargenomen.
Een andere mogelijkheid is dat de stofdeeltjes overblijfselen zijn van een vroegere ster,
waarvan de restanten in de zonnenevel terecht zijn gekomen.

Eén op de vier stofdeeltjes, die tot nu toe zijn onderzocht, is gevormd bij een zeer hoge temperatuur.



Stardust in standby gezet
31 januari 2006


NASA heeft het grootste deel van Stardust gedeactiveerd, nadat de ruimtesonde
voor het eerst in de geschiedenis kometenstof in de ruimte heeft verzameld.

De deeltjes van komeet Wild 2 en stof uit de ruimte zijn 15 januari
via de Stardust-capsule teruggestuurd naar de aarde.

Stardust bleef achter in een baan rond de zon, vervolgens hebben missieleiders alle systemen
van Stardust uitgezet, behalve diens zonnepanelen en radio-ontvanger.

Dit is noodzakelijk omdat Stardust waarschijnlijk nog wordt ingezet voor een tweede missie
en tot die tijd moet Stardust brandstof besparen.

Stardust heeft zeven jaar lang zonder problemen gewerkt
en heeft in totaal bijna 3,6 miljard kilometer gereisd.

De eerstvolgende keer dat Stardust langs de aarde vliegt is op 14 januari 2009.



Stardust-missie succesvol
19 januari 2006


De Stardust-capsule, die 15 januari stofdeeltjes van komeet Wild 2 terugbracht op aarde, overtrof alle verwachtingen.

Wetenschappers van het Johnson Space Center in Houston waren verrast en verbaasd
toen ze dinsdag de capsule opende van de Stardust-capsule.

De capsule waarin de stofdeeltjes zijn opgeborgen is geopend en de buit is gigantisch,
er zijn naar schatting meer dan één miljoen komeetdeeltjes verzameld, met uiteenlopende afmetingen.
Van enkele nanometers (miljardste meters) tot een paar honderd micrometer groot.

Tijdens de passage van de komeet, in januari 2004, werden stofdeeltjes opgevangen in aërogel.
Zij sloegen in met een snelheid van zes kilometer per seconde.


Sporen van stofdeeltjes in aërogel, tijdens een proeftest op aarde


Aërogel van Stardust van dichtbij

Dit is een bijzonder licht materiaal, dat 99,9% lege ruimte bevat, waarin de snel bewegende
deeltjes langgerekte, trechtervormige sporen hebben gevormd voordat ze tot stilstand kwamen.

Hierdoor kunnen de komeetdeeltjes makkelijk opgespoord worden.

Meer dan 150 wetenschappers wereldwijd hebben zich aangemeld om te helpen met het bestuderen van de stofdeeltjes.



Capsule geland
15 januari 2006


De capsule van de Stardust, is zojuist succesvol geland in de Amerikaanse staat Utah.

Om 11.12 uur Nederlandse tijd landde de capsule veilig op de grond.


Capsule geland


Landingsplaats rechts

De capsule is om 11.54 uur in de woestijn gevonden.
Een helikopter zal binnen een half uur de capsule naar een onderzoekscentrum in Utah vliegen.

Zie ook het nieuws over de Stardust van 13 januari 2006.


De capsule in de atmosfeer lijkt op een meteoriet


De capsule heeft een hitteschild en weegt 50 kg

Naar schatting zijn enkele tienduizenden komeetdeeltjes uit de steeds verdampende komeetkern vrijgekomen
en samen met ongeveer honderd ruimtedeeltjes opgevangen, met een totaal gewicht van nog geen gram.

De uitkomsten worden pas over een paar maanden verwacht.



Terug naar de aarde
13 januari 2006


Op 15 januari 2006 komt Stardust, na een vlucht van 4,63 miljard kilometer, weer in de buurt van de aarde.

Stardust moet dan een capsule met stof- en ijsdeeltjes van de komeet Wild 2 afleveren.
In januari 2004 vloog Stardust door de staart van komeet Wild 2 en verzamelde er stof- en ijsdeeltjes.

Op vrijdag 13 januari vond de laatste koerswijziging plaats en op 15 januari om 6.57 uur laat Stardust de capsule los,
waarbij de capsule een snelheid van 46.440 kilometer per uur zal halen bij het binnengaan van de atmosfeer.

Als Stardust de capsule loslaat, bevindt deze zich na vier uur op 125 kilometer hoogte boven de Grote Oceaan.

De capsule zal de atmosfeer binnendringen zoals een meteoriet dit doet,
wat betekent dat men een vuurbal te zien krijgt met een staart.

Helaas zal dit enkel te zien zijn boven de Amerikaanse staten California en Nevada.


Stardust nadert de aarde

Op 32 kilometer hoogte opent de eerste parachute en op 3 kilometer hoogte zal de hoofdparachute
zich openen, waarna de capsule om 11.12 uur zal landen

De capsule zal na de "hopelijk geslaagde" landing in de woestijn van de Amerikaanse staat Utah,
worden overgebracht naar het Johnson Space Center in Houston, waar de deeltjes worden onderzocht.

De wetenschappers verwachtten meer te weten te komen over de samenstelling
van de oerwolk waaruit ons zonnestelsel en kometen zijn ontstaan.