Jupiter is (vanaf de zon gezien) de vijfde planeet van ons zonnestelsel, en ook de grootste. Net als Saturnus is Jupiter een gasreus (Uranus en Neptunus worden ijsreuzen genoemd). Jupiter heeft dus ook geen vast oppervlak om overheen te lopen. De reuzenplaneet is vernoemd naar de Romeinse oppergod Jupiter.

Het is niet bekend wie Jupiter heeft ontdekt, de planeet is al bekend sinds de Grieken en de Romeinen. De bekende Grote Rode Vlek is ontdekt in de 16^e eeuw. De vier grootste manen van Jupiter - Io, Europa, Ganymedes en Callisto - zijn in 1610 ontdekt door de Italiaanse astronoom Galileo Galilei. De meeste andere manen zijn ontdekt door de Voyagers die langs Jupiter zijn gevlogen.

De massa van Jupiter is 2,5 keer zo groot als alle andere planeten van het zonnestelsel bij elkaar opgeteld. Als Jupiter zou moeten worden opgevuld met aardes, zijn er 1321 aardes nodig. In vergelijking met de zon is de massa van Jupiter nog steeds heel weinig, de massa van Jupiter is 1/1000e van de massa van de zon.

Jupiter heeft het sterkste magnetische veld van alle planeten in het zonnestelsel. Het magnetische veld is ongeveer 19.000 keer sterker dan op aarde.

Jupiter was bij zijn ontstaan bijna twee keer zo groot als de reuzenplaneet op dit moment is. Dit kwam omdat de planeet toen veel warmer was, en geleidelijk is afgekoeld (en daardoor inkrimpt). Jupiter krimpt elk jaar met ongeveer 2 centimeter.