Lagen & Atmosfeer van Uranus
Manen Ontstaan Ringen Ruimtevaart
Uranus heeft een kern van nikkel/ijzer en steen.

Om de kern ligt een dikke binnenmantel met een vloeibaar mengsel van:
  • Water
  • Ammoniak
  • Methaan
Daaromheen ligt de buitenmantel die hoofdzakelijk uit waterstof bestaat en een klein beetje methaan en ammoniak.
Het waterstof gaat van vloeibaar over naar gasvormig.

Uranus heeft geen vast oppervlak. De gemiddelde temperatuur is -205 °C.


De dikke atmosfeer bestaat uit:
  • 82,5% Waterstof
  • 15,2% Helium
  • 2,3% Methaan
  • Sporen ammoniak
  • Sporen water
De atmosfeer is duizenden kilometers dik.

De planeet is blauw door het methaangas hoog in de atmosfeer, maar is minder blauw dan Neptunus.
Dit komt doordat de atmosfeer op grote hoogte nevelig is en het methaangas het rode zonlicht opneemt,
waardoor Uranus eigenlijk meer een blauwgroene kleur heeft.

De wind op Uranus kan een snelheid van 720 kilometer per uur bereiken.
Uranus heeft een magnetisch veld.


Scheefstand van Uranus

Door de vreemde ligging van Uranus was de zuidpool naar de zon toegericht toen de Voyager 2 langs kwam.
Daardoor kreeg de zuidpool meer zonlicht dan de evenaar, wat op alle andere planeten nooit zal gebeuren.

Toch blijkt het bij de evenaar van Uranus warmer te zijn dan op de zuidpool.
Hoe dit kan weet niemand nog.

Weersysteem


In 1986 vlogen de Voyagers langs Uranus en het zag er toen uit als een vrijwel egale blauwgroene bol. Doordat er nu
veel betere opnamen van Uranus beschikbaar zijn is er een veel duidelijker beeld van de weersomstandigheden op Uranus.

De atmosfeer bestaat grotendeels uit waterstof, helium en methaan. Ondanks de grote afstand tot de zon,
en de daardoor lage temperaturen (-220 °C), bereikt de wind er snelheden tot 900 kilometer per uur.


Atmosfeer van Uranus in 2012, de noordpool ligt rechts op de foto's

Door nieuwe infraroodtechnieken kunnen de grote weersystemen, die zich heel anders gedragen dan op aarde,
gedetailleerder in beeld worden gebracht. Sommige weersystemen blijven op hun plek, terwijl andere zich
naar de evenaar verplaatsen. Ook tonen de beelden, gemaakt met de Keck-telescoop op Hawaï,
nooit eerder waargenomen wolkenstructuren bij de polen van Uranus.

De opnamen laten ook zien dat het weersysteem op Uranus
maar langzaam op seizoensveranderingen reageert. Het is nu ongeveer lente/herfst op Uranus
en beide halfronden van de planeet ontvangen evenveel warmte van de zon.

Ondanks de gelijke opwarming, laat de atmosfeer nog grote verschillen zien tussen noord en zuid.
Uranus is herkenbaar aan de blauwgroene atmosfeer die uit waterstof, helium en methaan bestaat.


Veranderingen in de wolkenstructuur door de jaren heen

Deze atmosfeer vertoont, net als die van Jupiter, een regelmatig bandenpatroon
dat soms verstoord wordt door vreemde wolkenstructuren. Een jaar op Uranus
duurt 84 aarde jaren en de seizoenen veranderen daardoor maar langzaam.

Doordat hij op zijn kant ligt ontvangen de polen gemiddeld meer zonnewarmte dan de evenaar.
Dat zou grotere seizoensveranderingen tot gevolg moeten hebben, maar daar is niet veel van te merken.
Toch laten de Keck-beelden van de afgelopen jaren langzame veranderingen in de wolkenstructuur zien.

Poollicht


De Hubble Space Telescope zag in 2011 aan de dagzijde van Uranus twee lichtgevende stippen, dit poollicht duurde slechts enkele minuten en is aanzienlijk korter dan op aarde waar de lucht urenlang groene of paarse kleuren kan krijgen.

Het poollicht van Uranus is eerder in 1986 waargenomen door de ruimtesonde Voyager 2.
Het poollicht in 1986 verschilt behoorlijk met het nu waargenomen poollicht, waarschijnlijk door de stand van Uranus.


Poollicht op Uranus

Het poollicht ontstaat wanneer zonnedeeltjes door magnetische veldlijnen in de atmosfeer rond de magnetische polen botsen.
Maar over het poollicht van Uranus is maar weinig bekend, dit in tegenstelling tot het poollicht op de aarde, Jupiter en Saturnus.

Op Uranus is het poollicht zwakker dan op aarde onder meer door de afstand van vier miljard kilometer van de zon.
Doordat de Hubble-telescoop maar één kant van Uranus kan zien, weten de wetenschappers
niet wat voor soort poollicht zich aan de andere kant bevindt.

Tijdens deze waarneming was Uranus dicht bij een equinox, de zon staat dan loodrecht boven de evenaar.
Dit betekent dat beide einden van de draai-as van Uranus niet naar de zon gericht zijn.

Stormgebied


De Hubble Space Telescope heeft in 2006 in de atmosfeer van Uranus een nieuw stormgebied ontdekt.
Het is een 1700 bij 3000 kilometer grote donkere vlek.

Dit is niet voor het eerst, want berichten over donkere vlekken in de atmosfeer van Uranus
gaan terug tot het begin van de negentiende eeuw.


Nieuwe storm op Uranus

De Voyager die in 1986 langs de planeet vloog heeft ook donkere vlekken waargenomen.
Het is echter voor het eerst dat het ontstaan van zo'n storm werd gezien, dit keer door de Hubble.

Donkere stormgebieden komen op Neptunus vaker voor dan op Uranus, maar de laatste jaren
lijkt de activiteit van de atmosfeer van Uranus wat toe te nemen.
Dit kan te maken hebben met de grote seizoensverandering die nu op Uranus plaatsvindt,
de noordelijke lente staat op het punt om te beginnen, daarom is het niet zo verrassend
dat de donkere vlek op het noordelijk halfrond van Uranus is verschenen.

Lees meer over Uranus:

Manen Ontstaan Ringen Ruimtevaart