De reuzenplaneet Jupiter heeft 79 manen, drie minder dan Saturnus. Van de 79 manen zijn er 63 minder dan 10 kilometer in doorsnede. De vier grootste manen (Callisto, Europa, Ganymedes en Io; de Galileïsche manen) werden ontdekt in 1610 door Galileo Galilei, en waren de eerste gevonden objecten rondom een andere planeet. Dat zorgde toen voor nogal wat opschudding, want in de 17e eeuw dacht bijna iedereen nog dat alles in het zonnestelsel rond onze aarde draaide. De andere 75 manen en de ringen van Jupiter vallen in het niets qua massa in vergelijking met deze vier manen. Vanaf het einde van de 19e eeuw zijn tientallen veel kleinere manen bij Jupiter ontdekt, en hebben deze namen van geliefden, veroveringen, of dochters van de Romeinse oppergod Jupiter gekregen.
Ontdekking
Eerste waarnemingen
De eerste waarnemingen van de manen van Jupiter werden gedaan door de Italiaanse astronoom Galileo Galilei in 1609. In maart 1610 had hij de vier grootste manen van Jupiter waargenomen met zijn telescoop: Callisto, Europa, Ganymedes en Io. Tot 1892 werden geen nieuwe manen bij Jupiter gevonden, in dit jaar vond de Amerikaanse astronoom Edward Barnard het maantje Amalthea. Door snelle ontwikkelingen in het gebruik van telescopen volgden ontdekkingen van nieuwe maantjes in de loop van de 20e eeuw snel achter elkaar. Himalia werd ontdekt in 1904, Elara in 1905, Pasiphaë in 1908, Sinope in 1914, Lysithea en Carme in 1938, Ananke in 1951 en Leda in 1974.Waarnemingen van ruimtevaartuigen
Toen de beide Voyagers in 1979 langs Jupiter vlogen, waren er inmiddels 13 manen ontdekt bij de reuzenplaneet. De Voyagers ontdekten vervolgens nog 3 binnenste manen: Metis, Adrastea en Thebe.Naamgeving
De Galileïsche manen van Jupiter (Callisto, Europa, Ganymedes en Io) werden genoemd door Simon Marius, na hun ontdekking in 1610. Echter, deze namen viel niet in de smaak tot de 20ste eeuw: de astronomische literatuur verwees in plaats daarvan naar Jupiter I, Jupiter II, enzovoorts. Het is nu gebruikelijk om nieuw ontdekte manen van Jupiter naar de geliefden van de Romeinse oppergod Jupiter (Zeus in het Grieks) te noemen en, sinds 2004, ook naar hun zonen en dochters. Sommige planetoïden hebben dezelfde naam gekregen als maantjes van Jupiter, waaronder de namen van de vier Galileïsche manen.Maangroepen
Regelmatige manen
De regelmatige manen hebben bijna cirkelvormige banen en zijn onderverdeeld in twee groepen, de binnenste manen en de Galileïsche manen.Binnenste manen
De binnenste manen groep bestaat uit Metis, Adrastea, Amalthea en Thebe. Deze manen hebben een zeer korte omlooptijd rondom Jupiter. Metis en Adrastea zorgen voor het in stand houden van de vage ringen van Jupiter, terwijl Amalthea en Thebe elk eigen zwakke ringen hebben.Galileïsche manen
De Galileïsche manen zijn Callisto, Europa, Ganymedes en Io. Het zijn enkele van de grootste objecten in het zonnestelsel, na de zon en de acht planeten en ze zijn groter dan alle bekende dwergplaneten, Ganymedes is zelfs groter dan de planeet Mercurius.De vier Galileïsche manen bevatten bijna 99,999% van de totale massa dat in een baan rond Jupiter zweeft.
Modellen suggereren dat deze manen over een periode van miljoenen jaren gevormd zijn in een gaswolk die achterbleef nadat Jupiter gevormd was. Op enkele van deze manen zijn mogelijk ondergrondse oceanen aanwezig.
Jupiter heeft nu vier grote manen, maar in de ontstaansperiode van het zonnestelsel zijn er waarschijnlijk wel twintig grote manen geweest.
Jupiter werd kort na zijn ontstaan omringd door een ronddraaiende materieschijf, die werd aangevuld door gas en stof uit de zonnenevel, dit was de schijf rond de zon waaruit de planeten zijn ontstaan.
Uit onderzoek blijkt dat de massa van deze schijf ongeveer 15 procent de massa van Jupiter zelf moet zijn geweest. De gezamenlijke massa van de huidige manen is slechts 2 procent van Jupiter. Dit verklaart waarom er eerst meer manen moeten zijn geweest.
In deze materieschijf werden manen gevormd, die door wisselwerking naar binnen toe draaiden, waar ze door Jupiter werden vernietigd. Vervolgens ontstond een nieuwe generatie manen, waarmee hetzelfde gebeurde. Op deze manier zijn er misschien wel vijf generaties van grote manen geweest.
In deze materieschijf werden manen gevormd, die door wisselwerking naar binnen toe draaiden, waar ze door Jupiter werden vernietigd. Vervolgens ontstond een nieuwe generatie manen, waarmee hetzelfde gebeurde. Op deze manier zijn er misschien wel vijf generaties van grote manen geweest.
De grote manen van Jupiter (Io, Europa, Ganymedes en Callisto) vormen de laatste generatie. Die bleef bestaan, omdat de materieschijf rond Jupiter niet langer door de zonnenevel werd aangevuld, deze was grotendeels door de stralingsdruk van de zon verdwenen.
Onregelmatige manen
De onregelmatige manen zijn kleinere objecten met een grotere afstand tot Jupiter en elliptische / chaotische banen. De onregelmatige manen worden ingedeeld in een aantal groepen op basis van hun afstand tot Jupiter of hun samenstelling: de Himalia, Carme, Ananke en Pasiphaë groep. Daarnaast zijn er nog een aantal maantjes die niet tot een groep behoren.Tabel van alle manen
De manen van Jupiter worden hier opgesomd op ontdekkingsjaar, van vroeger naar nu. Als er in hetzelfde jaar meerdere manen zijn ontdekt, zijn deze gesorteerd op hun afstand vanaf Jupiter (dichtbij naar verder weg).Naam | Afbeelding | Ontdekking | Ontdekker | Doorsnede (km) | Massa (x1016 kg) |
Afstand van planeet (km) | Maangroep |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Io | 1610 | Galileo Galilei | 3.643 | 8.931.900 | 421.700 | Galileïsche | |
Europa | 1610 | Galileo Galilei | 3.122 | 4.800.000 | 671.034 | Galileïsche | |
Ganymedes | 1610 | Galileo Galilei | 5.264 | 14.819.000 | 1.070.412 | Galileïsche | |
Callisto | 1610 | Galileo Galilei | 4.821 | 10.759.000 | 1.882.709 | Galileïsche | |
Amalthea | 1892 | Barnard | 167 | 208 | 181.366 | Binnenste | |
Himalia | 1904 | Perrine | 170 | 670 | 11.451.971 | Himalia | |
Elara | 1905 | Perrine | 86 | 87 | 11.778.034 | Himalia | |
Pasiphae | 1908 | Melotte | 60 | 30 | 23.609.042 | Pasiphae | |
Sinope | 1914 | Nicholson | 38 | 7,5 | 24.057.865 | Pasiphae | |
Lysithea | 1938 | Nicholson | 36 | 6,3 | 11.740.560 | Himalia | |
Carme | 1938 | Nicholson | 46 | 13 | 23.197.992 | Carme | |
Ananke | 1951 | Nicholson | 28 | 3 | 21.454.952 | Ananke | |
Leda | 1974 | Kowal | 16 | 0,6 | 11.187.781 | Himalia | |
Themisto | 1975 | Kowal & Roemer | 8 | 0,07 | 7.393.216 | Themisto | |
Metis | 1979 | Voyager 1 | 43 | 3,6 | 127.690 | Binnenste | |
Adrastea | 1979 | Voyager 2 | 16 | 0,2 | 128.690 | Binnenste | |
Thebe | 1979 | Voyager 1 | 99 | 43 | 221.889 | Binnenste | |
46 maantjes | 2000 - 2004 | Sheppard en anderen | 1 - 9 | 0,0015 - 0,021 | 12.570.424 - 30.290.846 | diverse | |
S/2010 J 2 | 2010 | Veillet | 1 | - | 20.307.150 | Ananke | |
S/2010 J 1 | 2010 | Jacobson en anderen | 2 | - | 23.314.335 | Pasiphae | |
S/2011 J 1 | 2011 | Sheppard en anderen | 1 | - | 20.155.290 | - | |
S/2011 J 2 | 2011 | Sheppard en anderen | 1 | - | 23.329.710 | Pasiphae |