Sterren & sterrenstelsels - Nieuwsarchief
Reuzenplaneet Bèta Pictoris b
6 mei 2014


Beta Pictoris b
Bèta Pictoris b (ESO / I. Snellen (Leiden University))

De rotatiesnelheden van planeten in ons zonnestelsel en Bèta Pictoris b, afgezet tegen hun massa. De grafiek laat duidelijk zien
dat planeten naarmate ze zwaarder worden ook sneller gaan draaien.

Bèta Pictoris b is meer dan zestien keer zo groot als onze aarde en heeft drieduizend keer zoveel massa,
maar een dag duurt drie keer zo kort.

Om de draaisnelheid te meten maakten de astronomen maakten gebruik van de gevoelige CRIRES-spectrograaf
van de Europese Very Large Telescope (ESO) in Chili.

Bèta Pictoris b is een gasvormige reuzenplaneet rond de ster Bèta Pictoris op 63 lichtjaar afstand van de aarde.
De hoge draaisnelheid past in het beeld dat zwaardere planeten sneller rond draaien, ook in ons eigen zonnestelsel.
Waardoor dit ontstaat is niet duidelijk.

De ster Bèta Pictoris is pas ongeveer 20 miljoen jaar oud, waardoor de planeet nog warm en opgezwollen is.
Wanneer Bèta Pictoris b in de toekomst afkoelt en verder inkrimpt, zal de planeet nog sneller om zijn as gaan draaien,
misschien wel met een snelheid van 144.000 kilometer per uur. Een dag duurt dan nog maar ongeveer drie uur. De planeet werd in 2008 ontdekt en bevindt zich in het sterrenbeeld Schilder.

De ster Bèta Pictoris is vanaf de aarde met het blote oog te zien.



V838 Monocerotis
24 april 2014


In het heelal vinden steeds veranderingen plaats, soms gaat dit heel langzaam of snel, maar het kan ook plotseling veranderen.
Zoals bij V838 Monocerotis. Deze rode veranderlijke hyperreus is gigantisch groot en heeft een straal van 1570 keer de zonneradii.

Radius van een ster
Radius van een ster, (R is radius) - (Wikipedia)

Normaal is deze ster, op een afstand van 20.000 lichtjaar van de aarde, bijna niet te zien maar op 6 januari 2002
werd V838 Monocerotis plotseling een stuk helderder door een uitbarsting.

De ster verloor zijn buitenste gaslagen en wordt sinds die uitbarsting steeds groter.
De Hubble-telescoop maakte in de periode van 2002 tot 2006 opnamen, die laten zien hoe de gaslagen uitdijen.

Het is nog niet duidelijk welk proces heeft geleid tot de uitbarsting. Waarschijnlijk heeft de ster een grote gasplaneet opgeslokt.
Een andere mogelijkheid is dat V838 op het punt staat om te sterven, en dat de uitbarsting het stervingsproces is.

Hyperreus V838
Hyperreus V838

Er wordt onderscheid gemaakt tussen Rode reuzen, Superreuzen en Hyperreuzen (blauw, wit geel en rood).

Hyperreuzen behoren tot de allergrootste sterren in ons heelal.
De massa van een hyperreus kan wel 25 tot 320 keer hoger zijn dan de massa van onze zon.

Deze sterren hebben niet alleen een enorm hoge massa ze stralen ook erg veel licht uit.
Enkele van de hyperreuzen stralen 1 miljoen keer feller dan onze zon, maar hebben een zeer korte levensduur.

Een hyperreus wordt vaak enkele miljoenen jaren oud en eindigt als een hypernova, de zwaarste explosie die in het universum voorkomt. Uiteindelijk stort de ster in en vormt dan een superzwaar zwart gat. Hyperreuzen zijn heel zeldzaam.

Onze zon als rode reus
Onze zon als rode reus (Wikipedia)

Rode reuzen eindigen niet als supernova zoals de superreuzen dat doen.
Wanneer het brandstof van een rode reus opraakt zal het fusieproces in de kern van de ster minder worden.

Hierdoor neemt de temperatuur en de stralingsdruk in de kern van de ster af. Hierna wordt
de kern van de ster een beetje samendrukt en begint de temperatuur weer te stijgen.
Hierdoor begint een waterstoffusie buiten de kern van de ster op gang te komen.

Door dit proces begint de ster enorm op te zwellen. De rode kleur van een rode reus wordt veroorzaakt doordat na het opzwellen
van de ster de temperatuur aan het oppervlak begint te dalen. Onze eigen zon zal na 6 miljard jaar ook als rode reus eindigen.



Ster Kappa maakt boeggolf
22 maart 2014


De ster in de cirkel heet Kappa Cassiopeia, HD 2905 of K Cass (ongeveer 40 keer zwaarder dan onze zon)
en is een runaway star ook wel wegloopster of hogesnelheidsster.
Hij staat in het sterrenbeeld Cassiopeia en is met het blote oog te zien.

Kappa Cassiopeia in cirkel
Kappa Cassiopeia in de cirkel, sterrenbeeld Cassiopeia (Wikipedia)

De rode boog op de opname ontstaat door de ster zelf. Het is een schok- of boeggolf (net als bij een schip)
die ontstaat doordat Kappa met grote snelheid door de ruimte beweegt.
Kappa, is een heel grote en hete ster (superreus) op een afstand van vierduizend lichtjaar.

Hij wordt net als onze zon omringd door een onzichtbaar magnetisch veld en een wolk van elektrisch geladen deeltjes
die hij in alle richtingen uitzendt. De zon verplaatst zich met een snelheid van 20 kilometer per seconde door de ruimte
en Kappa met een snelheid van 25 kilometer per seconde ten opzichte van onze zon.

Kappa Cassiopeia
Kappa Cassiopeia (NASA/JPL-Caltech)

De rode boog laat zien waar de cocon die zich om Kappa heen bevindt, tegen het ijle,
onzichtbare gas en stof in de ruimte tussen de sterren botst. De materie wordt daar samengedrukt,
verwarmd en is daardoor zichtbaar op een opname van de infraroodsatelliet Spitzer Space Telescope.

De boeggolf ligt op een afstand van vier lichtjaar voor de ster, deze afstand is te vergelijken met die tussen de zon
en de meest nabije ster Proxima Centauri. Dat geeft aan hoe groot de invloed van deze superreus is.

De zwakkere, groene vlekken zijn stofwolken die door het krachtige licht van Kappa worden beschenen.
De rechte rode strepen die door de boeggolf heen lopen, hangen waarschijnlijk samen met het magnetische veld
van het Melkwegstelsel. Zo maakt Kappa het onzichtbare zichtbaar.



Gaia maakt eerste testopname
8 februari 2014


Om de instrumenten van de ruimtetelescoop heel precies te kunnen afstellen heeft GAIA een testopname
gemaakt van de sterrenhoop NGC 1818 in de Grote Magelhaense Wolk.

Wanneer het uitgebreide meetprogramma begint, worden alleen die delen van de opnamen waarop sterren staan
naar de aarde verzonden. Dit is nodig om de enorme datastroom van de ruimtetelescoop niet te veel te laten worden.

Tijdens de opnamen draait Gaia langzaam om haar as en wordt het licht van haar twee telescopen op één gigapixelcamera gebundeld. Om de juiste meetnauwkeurigheid te bereiken moeten de instrumenten van GAIA heel precies worden afgesteld.

GAIA maakt opname Grote Magelhaense Wolk
GAIA maakt opname Large Magellanic Cloud



GAIA
15 januari 2014


Met een laatste koerswijziging bevindt GAIA zich nu in de juiste baan rond L2, eigenlijk verbazingwekkend
dat het allemaal lukt, want het L2 punt bestaat uit niets, het is gewoon een punt in de ruimte.

GAIA draait sinds 7 januari in een wijde baan om het Lagrangepunt L2, dit punt bevindt zich
anderhalf miljoen kilometer buiten de aardbaan. Volgende week volgt een kleine koerscorrectie en over
ongeveer vier maanden als alle instrumenten zijn getest en afgesteld, kan Gaia met haar onderzoek beginnen.



GAIA lancering
18 december 2013


De GAIA telescoop is 19 december om 10.12 uur met een Soyuz-raket gelanceerd vanaf European Spaceport in Kourou, French Guiana. Op 7 januari moet GAIA op zijn eindbestemming aankomen. De missie kost in totaal ongeveer 750 miljoen euro.

Het doel van de missie is om de komende vijf jaar van een miljard sterren zeventig keer te onderzoeken, van elke ster,
waar en hoe ver weg de sterren staan. Ook wordt helderheid en temperatuur gemeten, hoe snel ze bewegen en in welke richting.
Als we dat weten, kunnen onderzoekers uitrekenen waar de sterren vandaan zijn gekomen en waar ze nu naartoe gaan.

GAIA gaat ook op zoek naar nieuwe planeten bij andere sterren en honderdduizenden onbekende planetoïden in ons zonnestelsel.
Ook bruine dwergen en ongeveer 500.000 quasars (de heldere kernen van verre sterrenstelsels) worden onderzocht. GAIA verricht zijn waarnemingen vanuit een punt dat vanaf de zon gezien anderhalf miljoen kilometer achter de baan van de aarde ligt. Dit is het Lagrangepunt L2, hierdoor kan de ruimtetelescoop een gelijke positie houden met de aarde terwijl deze om de zon draait. Vanuit deze positie kan GAIA, zolang zon, aarde en maan buiten beeld blijven, de Melkweg ongehinderd worden waargenomen.

GAIA lancering
GAIA lancering (ESA)

De GAIA zal dagelijks een enorme hoeveelheid gegevens naar de aarde sturen.
Astronoom Anthony Brown van de Sterrewacht in Leiden leidt de groep die de informatie in
een grote databank moet zetten, onderzoekers kunnen daar minstens vijftig jaar mee vooruit.
Volgens de ESA kunnen de gegevens uiteindelijk 1,5 miljoen cd-roms vullen.

In de sterren is het verleden van het heelal terug te zien. Waarschijnlijk heeft onze Melkweg in de loop van miljarden jaren
kleinere stelsels opgeslokt. Als dit gebeurt, worden de sterren die zich in het stelsel bevinden uit elkaar getrokken
en ontstaat er een sliert. Deze gaan ook in een baan rond het centrum van de Melkweg draaien.

Op een normale opname van de Melkweg vallen de opgeslokte sterren niet op, maar de GAIA maakt een driedimensionale kaart,
waarop onderzoekers straks kunnen zien welke sterren in de Melkweg horen en welke zijn opgeslokt.

De miljard sterren waar de GAIA naar kijkt, zijn overigens maar een deel van het totale aantal sterren. Alleen al in onze Melkweg
staan ongeveer honderd?miljard sterren en er zijn ongeveer honderd miljard van zulke sterrenstelsels in het heelal.

GAIA en de Melkweg
GAIA en de melkweg (ESA)

GAIA bepaalt de afstand tot sterren door naar kleine verschuivingen van de sterren aan de nachthemel te kijken,
die ontstaan door de beweging van de ruimtesatelliet om de zon. GAIA draait met de aarde mee om de zon
en kan de sterren zien vanaf verschillende punten die maximaal zo'n 300 miljoen kilometer uit elkaar liggen.

De sterren verschuiven aan de nachthemel, een effect dat bij nabije sterren groter is dan bij sterren die verder
weg staan (parallaxmeting). GAIA kan de dikte van een haar bepalen op een afstand van 1000 kilometer.
Opvallend aan het ontwerp van GAIA is het uitklapbare zonneschild van 10 meter doorsnee.
Het Leidse Dutch Space en TNO Space in Delft waren betrokken bij de bouw van, onder andere van het frame.



Enorm zwart gat ontdekt
30 november 2012


Het enorme zwarte gat ligt in het centrum van een klein sterrenstelsel NGC 1277,
op een afstand van 220 miljoen lichtjaar van de aarde.

Sterrenstelsel NGC 1277
Sterrenstelsel NGC 1277

Het zwarte gat is zo groot dat het ongeveer de massa heeft van een zevende van het ontdekte sterrenstelsel.

Het lensvormige sterrenstelsel NGC 1277 heeft één van de zwaarste centrale zwarte gaten tot nu toe zijn gevonden.
De massa van dit zwarte gat is gelijk aan 17 miljard zonmassa's en maakt 14% uit van de totale massa van het sterrenstelsel.

In een zwart gat heerst een enorme zwaartekracht. Die is zo sterk dat zelfs licht er niet uitkomt.



Verste sterrenstelsel waargenomen
21 november 2012


Met de Hubble Space Telescope is mogelijk het tot nu toe verste sterrenstelsel, MACS0647-JD waargenomen,
het licht is ruim 13,3 miljard jaar oud, dus hoe het heelal er 420 miljoen jaar na de oerknal uitzag.
Het vorige record was het licht van 450 miljoen jaar na de oerknal.

Het sterrenstelsel heeft een doorsnede van zeshonderd lichtjaar en de massa van MACS0647-JD is heel klein
vergeleken met de massa van ons Melkwegstelsel, honderd miljoen tegen één miljard zonsmassa's.

Sterrenstelsel MACS0647-JD

Op de foto die is gemaakt met de Hubble-ruimtetelescoop is het versterkte beeld van
het sterrenstelsel MACS0647-JD als kleine stip zichtbaar.



SKA Pathfinder-telescoop in gebruik genomen
21 oktober 2012


Sinds 5 oktober is de Australische SKA Pathfinder-radiotelescoop, ASKAP, officieel in gebruik genomen.
De telescoop heeft 36 schotelantennes met elk een doorsnede van 12 meter en gaat het ontstaan van sterrenstelsels
onderzoeken, het waarnemen van jonge sterrenstelsels, zwart gaten en het interstellaire heelal.

De bouw van de telescoop begon in 2009 in het westen van Australië en kost ruim 125 miljoen euro.

ASKAP is de voorloper van de Square Kilometre Array, SKA. De antennes van de SKA telescoop zullen verrijzen in Australië,
Nieuw Zeeland en Zuid-Afrika. Samen hebben de schotels een oppervlakte van een vierkante kilometer.

Het hele project gaat bijna 2 miljard euro kosten en moet in 2020 klaar zijn.

ASKAP radiotelescopen
ASKAP 4 radiotelescopen



Verste sterrenstelsel
14 juni 2012


De Subaru-telescoop op Mauna Kea, Hawaii heeft het verste sterrenstelsel ooit ontdekt.
Het sterrenstelselstelsel SXDF-NB1006-2 staat zo ver weg dat het opgevangen licht
er 12,91 miljard jaar over heeft gedaan om de aarde te bereiken.


Sterrenstersel SXDF-NB1006-2

Het heelal was toen ongeveer 750 miljoen jaar oud. Astronomen hebben ontdekt dat er in het verre stelsel
meer neutraal waterstof (80%) voorkomt dan in het heelal van nu.
Dit tijdperk wordt reïonisatie genoemd, toen de eerste sterren en sterrenstelsels in het heelal de koude,
donkere wolken van neutraal waterstof opnieuw begonnen te verhitten en reïoniseren.

Op de Subaru-telescoop wordt dit jaar een nieuwe, grotere camera bevestigd om nog verder terug te kijken.



Zwaar zwart gat ontdekt
31 augustus 2011


Chandra heeft opnamen gemaakt van de kern van het spiraalstelsel NGC 3393, daar draaien twee superzware zwarte gaten om elkaar. Het bevindt zich op een afstand van 160 miljoen lichtjaar en zijn vroeger twee afzonderlijke sterrenstelsels geweest.

Die minstens een miljard jaar geleden met elkaar in botsing zijn gekomen en tot één sterrenstelsel zijn samengesmolten.
De twee zwarte gaten zijn elk zeker een miljoen zonsmassa's zwaar en draaien nu nog
op een onderlinge afstand van 490 lichtjaar om elkaar.

De aanwezigheid van één zwart gat in NGC 3393 werd wel verwacht, omdat de kern een heldere bron
van röntgenstraling is, die is afkomstig van materie die naar het zwarte gat toestroomt.

Twee superzware zwarte gaten kwam als een verrassing, de twee zwarte gaten zullen binnen een miljard jaar met elkaar fuseren.




Zuurstofmoleculen in Orionnevel ontdekt
5 augustus 2011


Herschel heeft voor het eerst moleculair zuurstof (O2) in het heelal ontdekt.

De zuurstofmoleculen bestaat uit twee afzonderlijke zuurstofatomen en zijn aangetroffen in de Orionnevel,
dit is een groot stervormingsgebied op ongeveer 1500 lichtjaar afstand van de aarde.




Nieuwe 3D-kaart van het heelal
27 mei 2011


De 3D-kaart toont de posities van 45.000 sterrenstelsels met afstanden tot op ongeveer 380 miljoen lichtjaar. De afstanden zijn gedurende een aantal jaren bepaald met telescopen op het noordelijk en het zuidelijk halfrond van de aarde.

De nieuwe kaart is gemaakt door 2MASS Redshift Survey en laat ongeveer 95% van het ons omringende heelal zien, de overige 5% wordt aan het zicht onttrokken door sterren en stofwolken in ons Melkwegstelsel.

De kaart kan o.a. ook verklaren wat de precieze oorzaak is van de hoge bewegingssnelheid van het Melkwegstelsel, die vrij zeker veroorzaakt wordt door de aantrekkingskracht van kleine en grote sterrenstelsels in de omgeving van het Melkwegstelsel.


Op de kaart worden de afstanden met kleuren aangegeven:
paars is dichtbij, rood is ver weg



Chandra röntgensatelliet ontdekt jongste zwarte gat
16 november 2010


Nog nooit eerder is een zwart gat ontdekt dat pas 30 jaar oud is. Het restant van SN 1979C, een supernova
in het sterrenstelsel M100, bevindt zich op een afstand van vijftig miljoen lichtjaar van de aarde.

Het is heel moeilijk om de geboorte van dit soort zwarte gaten vast te stellen, omdat er tientallen jaren
gegevens verzamelt moeten worden om het bestaan van een zwart gat aan te tonen.
Het object is waarschijnlijk het overblijfsel van een supernova-explosie die in 1979 in het sterrenstelsel plaatsvond.

Het kan ook nog zijn dat een jonge neutronenster verantwoordelijk is voor de röntgenstraling,
dan is de pulsar in SN 1979C de jongste neutronenster.

Diverse röntgensatellieten hebben het restant de laatste jaren waargenomen
en uit verder onderzoek moet blijken of het inderdaad een zwart gat is.




VLT van de ESO meet afstand tot het verste sterrenstelsel
21 oktober 2010


Het sterrenstelsel heet UDFy-38135539 en is ontdekt met de Hubble Space Telescope.
We zien dit object op een moment dat het heelal ongeveer 600 miljoen jaar oud was.

Theoretische modellen tonen aan dat de eerste sterrenstelsels 200 miljoen jaar na het ontstaan van het heelal zich begonnen te vormen.

Het heelal is nu 13,7 miljard jaar oud, het ontdekte sterrenstelsel zien we zoals deze er 13,1 miljard jaar geleden uitzag. Dit betekent dat het licht al 13,1 miljard jaar onderweg is. Onze zon was nog niet eens geboren en waarschijnlijk was het Melkwegstelsel er ook nog niet.

In 2006 was het tot dan toe verste sterrenstelsel ontdekt, dat 750 miljoen jaar na de oerknal was ontstaan.
In de toekomst zijn telescopen, zoals de James Webb Telescope (2014) en Giant Magellan Telescope (2018), in staat om nog verder te kijken.

Met de Very Large Telescoop, VLT, is het UDFy-38135539 sterrenstelsel zestien uur lang geobserveerd.




Telescoop Swift verblind door een gamma-uitbarsting
14 juli 2010


Door een explosie van een zware ster, de grootste uitbarsting van röntgenstraling tot nu toe, was de Swift satelliet tijdelijk verblind.

Deze gamma-explosies zijn smalle stralen van intense straling die uit worden gestoten wanneer sterren als supernova exploderen, waarbij de kern tot een zwart gat instort en de buitenste lagen met een enorme kracht de ruimte in worden geblazen.

Op 21 juni bereikte een grote hoeveelheid röntgenstraling, dat vijf miljard jaar geleden vrij kwam, de detector van de satelliet en deze werd hierdoor tijdelijk uitgeschakeld.
De hoeveelheid fotonen dat in botsing kwam met het observatorium was dermate groot, dat de software ze niet één voor één kon tellen.

Even later werd de satelliet weer ingeschakeld en uit de metingen van het observatorium bleek dat tijdens de uitbarsting, toen de helderheid het hoogst was, ongeveer 143.300 röntgenfotonen per seconde werden uitgestoten.

Swift detecteert ongeveer honderd van deze flitsen per jaar. Maar deze röntgenflits was vijf keer zo helder dan de vorige recordhouder.




Mooie opname gemaakt door Herschel
10 mei 2010


Herschel maakte zijn eerste infraroodopnamen van het ontstaansproces van nieuwe sterren in het stervormingsgebied RCW120.

In dit gebied is een ster-in-wording ontdekt op iets meer dan 4000 lichtjaar afstand van de aarde en zal waarschijnlijk over een paar honderdduizend jaar tot een van de grootste en helderste sterren in ons Melkwegstelsel behoren.

De ster is al acht tot tien keer zo zwaar als onze zon, en trekt nog steeds materie aan uit de omringende gaswolk, die nog gas en stof voor 2000 zonmassa's heeft. De warmte en het licht van de jonge ster blaast het gas eromheen weg en laat het een beetje gloeien, zo ontstond de blauwe bel.

Met HIFI van de Herschel is ook voor het eerst geïoniseerd water in de ruimte ontdekt. Dit zijn elektrisch geladen watermoleculen, die niet in natuurlijke vorm op aarde voorkomen en een belangrijke rol spelen bij de geboorte van sterren, omdat het molecuul nodig is voor het koelen van het mengsel van gas en stof waaruit sterren worden geboren.

Sporen van water zijn eerder aangetroffen in stervormende gas- en stofwolken en bij sterren en planeten. In de protoplanetaire schijven die sterren tijdens het geboorteproces omringen kan waterdamp zelfs vastvriezen aan stofkorrels. Deze korrels condenseren dan tot ijzige planetesimalen, de bouwstenen waaruit planeten ontstaan.




In het donkere hart van de Adelaar
9 januari 2010


Herschel maakte op 24 oktober zijn eerste opname van een donkere stofwolk op
een afstand van 1000 lichtjaar in het sterrenbeeld Aquila, de Adelaar.

Het gebied is 65 lichtjaar groot en is zo door stof omgeven dat niet eerder een
infrarood satelliet in staat is geweest om er in te kijken.
De opname is gemaakt met behulp van twee instrumenten van Herschel:
de Array Camera and Spectrometer, PACS en de Spectrale en Photometric Imaging Receiver, SPIRE.


HERSCHEL en het donkere hart van Adelaar

In de twee heldere gebieden laten grote pasgeboren sterren het waterstof schijnen,
er vormen zich in het gebied ongeveer 700 nieuwe sterren.



Proba-2 en SMOS werken goed
21 november 2009


Twee weken na de lancering heeft Proba 2 zijn de eerste testen goed uitgevoerd,
en een opname gemaakt van de sterren.


Proba-2 maakt opname

Proba-2 gaat de zon en de corona waarnemen in ultravioletlicht, elektronendichtheid
en de plasmatemperatuur meten in de magnetosfeer van de aarde. Ook worden
metingen verricht aan de samenstelling en dichtheid van ionen in de baan om de aarde.

Het MIRAS-instrument van de SMOS is ingeschakeld om de waterkringloop op aarde te onderzoeken.
MIRAS staat voor Microwave Imaging Radiometer with Aperture Synthesis.



Gammaflits verste object in het heelal
1 november 2009


Gammaflits (Gamma Ray Burst) GRB 090423 werd op 23 april 2009 gedetecteerd door de Swift
uit de richting van het sterrenbeeld Leeuw en is tot nu toe de oudste lichtbron in het heelal.

Het licht, van een exploderende ster, deed er 13,1 miljard jaar over om de aarde te bereiken
en vond plaats toen het heelal 600 miljoen jaar oud was. De vorige recordhouder,
ontdekt in september 2008, explodeerde toen het heelal 750 miljoen jaar oud was.

De sterexplosie vond plaats in de kosmische Middeleeuwen, dit is het tijdperk van ongeveer
350.000 jaar na het ontstaan van het heelal tot ongeveer 800 miljoen jaar later.

Enkele minuten na de explosie konden de grootste telescopen op aarde de snel
in helderheid afnemende nagloeier lokaliseren. De nagloeier was alleen zichtbaar
in het infrarood, wat aangeeft dat de gammaflits van heel ver kwam en
een van de helderste en krachtigste explosies in het universum.


GBR 090423

De nagloeier van GRB 090423 is de rode stip in het midden. De afbeelding is
gemaakt door opnames van Gemini-South en ESO's VLT samen te stellen.
Een oude gammaflits is voor astronomen heel belangrijk om meer te weten
te komen uit de vroege periode van het heelal kort na de oerknal.

GRB zijn korte maar extreem krachtige explosies die daarna waarschijnlijk een zwart gat vormen.
Gedurende hooguit enkele seconden geven ze meer energie dan de zon in tien miljard jaar.
Door de nagloei van de explosie in het infrarood te meten, kon de VLT de afstand bepalen.

Er wordt vanuit gegaan dat stervorming pas zo'n 200 tot 400 miljoen jaar na de oerknal is begonnen,
daarom bieden gamma ray bursts een mogelijkheid om deze eerste sterren te onderzoeken.

Door de uitdijing van het heelal is tijdens de reistijd van het licht, de afstand tussen
de geëxplodeerde ster en de aarde veel groter geworden. Hierdoor zijn de lichtgolven
uitgerekt, waardoor de straling met een veel langere golflengte op aarde aankwam dan waarmee
zij is uitgezonden. Uit metingen en berekeningen is de reistijd van de flits 13,1 miljard jaar.



Botsende sterrenstelsels
13 oktober 2009


De Hubble Space Telescope heeft een opname gemaakt van twee sterrenstelsels
die met elkaar?botsen en nu versmelten tot één reuzensterrenstelsel.

De botsende stelsels staan samen bekend als NGC 2623.
Ze bevinden zich op 250 miljoen lichtjaar afstand in het sterrenbeeld Kreeft.
De onderlinge zwaartekrachtswerking veroorzaakt langgerekte slierten gas, die uit
de sterrenstelsels zijn getrokken, waarin vele tientallen jonge sterrenhopen zijn ontstaan.


Twee botsende sterrenstelsels



Hubble werkt goed
11 september 2009


NASAheeft op 9 september een serie foto's vrijgegeven die de Hubble Space Telescope na de
reparatiemissie STS-125 in mei gemaakt heeft met vier van de zes instrumenten die het nog bezit.

De uitgebreide onderhoudsbeurt om de prestaties van de Hubble te verbeteren lijkt geslaagd te zijn.


Nieuwe opnames gemaakt door Hubble

Linksboven, planetaire nevel NGC 6302, daarnaast de groep sterrenstelsels Stephan's Quintet,
linksonder een deel van de bekende bolvormige sterrenhoop Omega Centauri
en rechts een deel van de kleurrijke Carinanevel.



Hubble ontdekt snel bewegende sterren
15 januari 2009


Sommige sterren vliegen in het heelal met snelheden van 180.000 kilometer per uur
door dichte interstellaire gaswolken die ze onderweg tegenkomen.

De Hubble Space Telescope heeft veertien van deze jonge sterren onderzocht,
die een vorm van boeggolven veroorzaken net als bij een boot.

Wanneer de sterrenwind op het omringende gas botst, ontstaat een heldere,
wigvormige structuur. Volgens schattingen heeft de boeggolf vanaf de punt,
een lengte van 150 miljard tot anderhalf biljard kilometer.


Snel bewegende ster

De sterren op de opnamen zijn gemaakt door de Hubble tussen oktober 2005 en juli 2006.

Sterren kunnen snel gaan vliegen als ze worden verstoten uit de sterrenhoop
waarin ze ontstaan zijn. Bijvoorbeeld als twee dubbelsterren of een dubbelster
en een normale ster elkaar op kleine afstand passeren.
In de jaren tachtig zijn wel meer van deze sterren ontdekt.



Begin van supernova-explosie gezien
25 mei 2008


Sterrenkundigen hebben bij toeval aan het begin van dit jaar met de Swift voor het eerst,
het begin van een supernova-explosie kunnen waarnemen.

Supernovae zijn ontploffende sterren, dit is een zeldzaam verschijnsel, in elk sterrenstelsel vinden
er slechts enkele van deze ontploffingen per eeuw plaats. Maar omdat er zoveel verschillende
sterrenstelsels zijn, worden er vanaf de aarde jaarlijks honderden supernovae waargenomen.

Op 9 januari 2008 onderzocht men met de Swift op een ster in NGC 2770, toen een andere ster in
hetzelfde sterrenstelsel begon te exploderen en men gedurende zeven minuten de röntgenuitbarsting
zag die het begin van supernova-explosie SN2008D aankondigde.

Supernova-explosie SN2008D, vond plaats in het spiraalstelsel NGC 2770 en ligt in het sterrenbeeld Lynx
op een afstand van 90 miljoen lichtjaar van de aarde. Dit type ontstaat als de kern van een zware ster
zonder brandstof komt te zitten en instort door zijn eigen zwaartekracht tot een neutronenster.

Hierdoor ontstaat een terugslag, waarbij een schokgolf door de buitenste gaslagen van de oorspronkelijke ster
trekt en deze sterk verhit. Zo'n schokgolf doet er vele uren over voordat hij door het oppervlak
van de ster heen breekt en een uitbarsting van röntgenstraling produceert.


Supernova voor de ontploffing, links in röntgen- en rechts in UV-straling


Supernova na de ontploffing

De ster die explodeerde was anderhalf maal zo groot als onze zon. Gassen werden weggeslingerd
met snelheden van 10.000 tot meer dan 200.000 kilometer per seconde.

Direct na de ontdekking van de röntgenuitbarsting werden instrumenten ingezet van
de Hubble Space Telescope, Chandra en op Palomar Mountain (Californië) en Mauna Kea (Hawaï).

De uitbarsting had een helderheid die honderd miljard keer groter was dan die van onze zon.
De dood van een ster geeft in één seconde meer energie dan alle andere sterren in het zichtbare gedeelte van het heelal.

Minder dan 1 procent van alle sterren eindigen als een supernova. De meeste sterren, zoals ook onze zon,
zwellen eerst op en doven dan uit. Dan worden ze witte dwergen, die nog maar weinig energie kunnen leveren.



Hubble opnames van botsende sterrenstelsels
1 mei 2008


Ter gelegenheid van de achttiende verjaardag van de Hubble Space Telescope heeft men 59 verschillende
foto's gepubliceerd van sterrenstelsels die met elkaar in botsing komen.

De ruimtetelescoop heeft sinds 24 april 1990 al meer dan honderdduizend keer rond de aarde gedraaid,
ongeveer 840.000 observaties gedaan, 540.000 foto's gemaakt en 27.000 objecten waargenomen.
Bij elkaar heeft de Hubble in die tijd, al meer dan 32 terabytes aan gegevens verzameld.

De verzameling opnames van Hubble toont sterrenstelsels zoals we ze nooit eerder zagen.
De 59 opnames van botsende sterrenstelsels vormen de grootste verzameling die ooit werd vrijgegeven.
De beelden maken deel uit van het GOALS project (Great Observatories All-sky LIRG Survey).

Binnen het GOALS-project worden de botsende sterrenstelsels ook waargenomen met andere ruimtetelescopen,
zoals Spitzer (op infraroodgolflengten), Chandra (röntgen) en GALEX (ultraviolet).
Dit met het doel om een beter inzicht te krijgen in de manier waarop twee sterrenstelsels met elkaar in wisselwerking
treden, en hoe botsingen en versmeltingen leiden tot de vorming van nieuwe sterrenhopen en sterren.

In het huidige heelal botsen één op een miljoen sterrenstelsels met elkaar.
Vroeger kwamen de botsingen meer voor, toen sterrenstelsels nog dichter bij elkaar lagen.
Dit komt doordat sterrenstelsels verder uit elkaar liggen, omdat ons universum uitbreidt.

De Hubble Space Telescope is achttien jaar geleden ontstaan uit een internationaal samenwerkingsverband
tussen NASA en ESA. Een nieuw tijdperk ging in voor sterrenkunde na de lancering op 24 april 1990 van de Hubble
en het is de grootste vooruitgang sinds bijna 400 jaar geleden de telescoop werd uitgevonden door Galileo.

In de toekomst zal er ook een passage of zelfs een botsing plaatsvinden
tussen het Andromedastelsel en ons eigen Melkwegstelsel.

Hieronder zie je een aantal opnames van samengevoegde sterrenstelsels gemaakt door de Hubble:


NGC 2356


NGC 520


NGC 6621


IC 2810


NGC 5257

Klik hier voor meer opnames van Hubble.



Omega Centauri gefotografeerd door Spitzer
13 april 2008


Spitzer Space Telescope heeft een infraroodopname gemaakt van de bolvormige sterrenhoop Omega Centauri.

Het is de grootste sterrenhoop van de ruim 150 bolhopen in het Melkwegstelsel en is met het blote oog
zichtbaar vanaf het zuidelijk halfrond. Op de infraroodopname zijn vooral oude rode reuzensterren te zien,
die omgeven worden door uitdijende schijven van gas en stof.


Omega Centauri gefotografeerd door Spitzer

Deze sterren zijn op de opname zichtbaar als rode en gele stippen. De blauwe en witte stippen zijn minder
ver ontwikkelde sterren, te vergelijken met onze eigen zon. In Omega Centauri zijn minder rode reuzensterren
waargenomen dan werd verwacht. Mogelijk zegt dat iets over de evolutie van de sterrenverzameling.



Omega Centauri heeft een centraal zwart gat
6 april 2008


Uit waarnemingen met de Hubble Space Telescope en het Gemini Observatorium blijkt dat
de bolvormige sterrenhoop Omega Centauri een supermassief zwart gat met een massa van
ongeveer 40.000 zonnen in zijn centrum heeft.

Omega Centauri is eigenlijk geen echte bolhoop, maar het restant van een klein sterrenstelsel dat
uiteen is getrokken door de getijdenkrachten van de Melkweg en zijn buitenste sterren is kwijt geraakt.


Omega Centauri

Bolvormige sterrenhopen bestaan uit maximaal een miljoen sterren en zwermen op
ruime afstanden rond sterrenstelsels, zoals ons melkwegstelsel.
Ze zijn vrijwel kogelrond en bestaan doorgaans uit slechts één generatie van oude sterren.

Omega Centauri is echter afgeplat, heeft meerdere generaties sterren en bevat tien keer zo veel materie
als normale grote bolhopen. Dit zijn kenmerken die eerder bij een klein sterrenstelsel passen.

Uit metingen van de snelheden van de sterren in het kerngebied van Omega Centauri blijkt dat deze sterren
veel sneller bewegen dan je op basis van de hoeveelheid zichtbare materie in de kern mag verwachten.
Als deze ontdekking wordt bevestigd, moet Omega Centauri vrijwel zeker als
een klein satellietstelsel van ons melkwegstelsel worden beschouwd.



Hubble ontdekt dubbele Einsteinring
16 januari 2008


Met de Hubble Space Telescope is een kosmische luchtspiegeling ontdekt,
het zijn twee ringen van licht, de ene ring binnen de andere.
De dubbele ring is veroorzaakt door de afbuiging van licht van twee verre achtergrondsterrenstelsels
op verschillende afstanden die beide bijna recht achter een voorgrondsterrenstelsel staan.

De lichtafbuiging wordt veroorzaakt door de zwaartekracht van dat voorgrondstelsel,
een effect dat het gravitatielenseffect heet. De ringstructuren die op deze manier ontstaan worden
Einsteinringen genoemd, dit wordt gevormd als een achtergrondstelsel en het voorgrondstelsel
precies op één lijn staan, dan zal het gravitatielenseffect een ringvormige lichtboog vormen.


Einsteinringen

Het is toeval dat deze Einsteinring dubbel is, maar door deze ontdekking was het mogelijk om
de verdeling van de donkere materie in de meest nabije sterrenstelsels na te bootsen en de massa
van het middelste stelsel vast te stellen, die vrijwel precies 1 miljard zonnemassa's blijkt te zijn.

Het voorgrondstelsel staat op een afstand van 3 miljard lichtjaar, terwijl de achtergrondstelsels
op een afstand van respectievelijk 6 en 11 miljard lichtjaar staan.

Zie ook eerder nieuws van Einstein-ringen, 17 november 2005.



Chandra ontdekt supersnelle neutronenster
30 november 2007


De röntgensatelliet Chandra heeft de snelst bewegende neutronenster tot nu toe ontdekt.
De ster, RX J0822-4300, beweegt met een snelheid van 4,8 miljoen kilometer per uur uit
het centrum van het restant van de supernova Puppis A, deze gasnevel is 3700 jaar geleden
gevormd bij dezelfde stellaire explosie waarbij de neutronenster is ontstaan.


Supersnelle ster in Puppis A

Sinds de explosie heeft de neutronenster zich in 3700 jaar ongeveer 20 lichtjaar verplaatst
en zijn snelheid is groot genoeg om aan het melkwegstelsel te ontsnappen, maar zal nog
miljoenen jaren nodig hebben om geheel aan het melkwegstelsel te ontsnappen.



Zwarte gaten gevonden in verre sterrenstelsels
28 oktober 2007


Met behulp van de ruimtetelescopen, Spitzer (warmtestraling) en de Chandra (röntgenstraling)
zijn astronomen op het spoor gekomen van vele honderden superzware zwarte gaten
op zeer grote afstanden in het heelal, miljarden lichtjaren van de aarde verwijderd.

Zwarte gaten komen voor in de kernen van veel sterrenstelsels.
Deze zwarte gaten waren diep verborgen in stofrijke sterrenstelsels.

Theorieën over de evolutie van sterrenstelsels voorspellen veel meer zwarte gaten dan tot nu toe
werden waargenomen. Deze ontbrekende grote populatie van actieve, zwarte gaten zijn nu dus
mogelijk gevonden in deze stofrijke, ver verwijderde sterrenstelsels.

Deze hoog-energetische structuren behoren tot een klasse van zwarte gaten, de quasars.
Een quasar bestaat uit een wolk van gas en stof, in de vorm van een dougnut en voedt
een supermassief zwart gat. Tijdens het verslinden van deze wolk, warmt
het zwarte gat op en schiet hij bundels röntgenstraling de ruimte in.

Het is deze straling die kan worden waargenomen door de ruimtetelescopen.
De quasars zelf zitten meestal verborgen in het stof en kunnen niet direct worden waargenomen.


Veel zwarte gaten in het heelal

De ontdekking is het eerste bewijs dat de meeste melkwegstelsels zwarte gaten vormen als ze
zo'n drieënhalf miljard jaar oud zijn. Het heelal is ongeveer 14 miljard jaar geleden ontstaan.

Het totale aantal zwarte gaten is door deze ontdekking verdubbeld, de zwarte gaten kunnen
zo groot zijn als ons zonnestelsel en de massa hebben van meer dan een miljard zonnen.
Hun aantrekkingskracht is zo sterk dat niets, zelfs licht niet, eraan kan ontsnappen.
Vandaar de naam zwart gat.



Stervorming in gasstaart sterrenstelsel
28 september 2007


In de lange gasstaart van het sterrenstelsel ESO 137-001 zijn zich miljoenen sterren aan het vormen.
De komeetachtige gasstaart is op röntgengolflengten waargenomen met de Chandra X-ray Observatory
en op zichtbare golflengten met de Southern Astrophysical Research-telescoop in Chili.

De gasstaart waar de nieuwe sterren zich vormen is van het sterrenstelsel afkomstig en is het gevolg
van het feit dat het sterrenstelsel zelf het centrum van een massieve cluster Abell 3627 invalt.

Hierdoor wordt een deel van het gas uit het sterrenstelsel gestript, wat een staart van
200.000 lichtjaar heeft gevormd, dit is twee keer zo groot als het melkwegstelsel.

De staart is waarschijnlijk ontstaan doordat het stelsel zich een weg moet banen door het hete gas
in en om de cluster. Het is niet voor het eerst dat stervorming buiten een sterrenstelsel is waargenomen, maar
de enorme aantallen zijn verrassend, ook omdat de sterren waarschijnlijk niet veel ouder zijn dan 10 miljoen jaar.


Stervorming in gasstaart sterrenstelsel

Door grote hoeveelheden gas en stof die noodzakelijk zijn voor de vorming van sterren,
dacht men dat stervorming buiten sterrenstelsels niet mogelijk zou zijn.
Het stervormingsgebied bestaat onder meer uit 29 gebieden met gloeiend, geïoniseerd waterstofgas.
Deze gebieden bevinden zich in de gasstaart en bevatten röntgenbronnen, nog een bewijs voor recente stervorming.



Ster Mira heeft een staart als een komeet
19 augustus 2007


Sterrenkundigen hebben bij de ster Mira Ceti, een staart van gas gevonden die al ongeveer 30.000 jaar bestaat.
De staart van gas die de ster achter zich aan sleept heeft een lengte van maar liefst dertien lichtjaar.
Dit is ontdekt door GALEX-satelliet, Galaxy Evolution Explorer, van de NASA,
die het heelal op ultraviolette golflengten onderzoekt.

Mira, in het sterrenbeeld Walvis, beweegt met een snelheid van 130 kilometer per seconde
door het Melkwegstelsel. De ultraviolette gloed ontstaat waarschijnlijk doordat
koele waterstofmoleculen fluoresceren onder invloed van snel bewegende elektronen.
Op andere golflengten is de staart onzichtbaar. Verschillen in de breedte en de helderheid
van de staart bieden informatie over het massaverlies van Mira over de afgelopen dertigduizend jaar.


Mira met komeetstaart

De staart zelf bestaat uit restanten van de ster, waaronder koolstof, zuurstof en andere elementen.
Mira is de rode reus Mira A en ligt op een afstand van 350 lichtjaar bij ons vandaan.
Deze wisselende ster pulseert iedere 330 dagen. Tijdens dit moment is Mira A met het blote oog zichtbaar.
Mira B is een andere ster die met Mira A meereist en is of een witte dwerg of een kleinere versie van onze zon.
Beide sterren zijn 90 astronomische eenheden van elkaar gescheiden, 1 AE is de afstand
van aarde tot de zon en ze hebben een snelheid van 468.000 kilometer per uur.



Verste sterrenstelsels ooit ontdekt
16 juli 2007


Met de Keck II-telescoop op Mauna Kea, Hawaii, zijn zes sterrenstelsels ontdekt die tot nu toe het allerverst weg staan.
Ze staan op afstanden van meer dan 13 miljard lichtjaar. Het licht van de stelsels vertrok dus ruim 13 miljard jaar geleden,
toen het heelal nog maar 500 miljoen jaar oud was, dit is vier procent van de leeftijd die het heelal nu heeft.

De verst verwijderde sterrenstelsels konden waargenomen worden door de zwaartekrachtlenswerking van
een dichterbij gelegen cluster.De zwaartekracht van deze cluster van sterrenstelsels werkt als een soort
kosmisch vergrootglas, waardoor verder weg gelegen objecten iets vervormd raken, maar vooral
worden versterkt. Dankzij die zwaartekrachtlens zijn de verre sterrenstelsels twintig keer zo helder
als normaal, waardoor ze net gezien konden worden door de 10-meter Keck-telescoop.

Men meet dergelijke afstanden via een meetschaal die roodverschuiving of redshift wordt genoemd,
waarbij men meet in welke mate het licht is uitgerekt als gevolg van het uitdijen van het heelal.

Het sterrenstelsel dat eerst bekend stond als de meest verre ooit had een redshift van 7, wat overeenkomt
met een tijd dat het heelal slechts 750 miljoen jaar oud was. Nu heeft men sterrenstelsels waargenomen,
die met een redshift van 9 nog veel verder staan.Het licht dat ons vanuit deze stelsels bereikt
is uitgezonden in een tijd dat het heelal slechts 500 miljoen jaar oud was.


Verste sterrenstelsels

De nieuwe resultaten bieden informatie over de snelle ontwikkeling van het jonge heelal, waarin waarschijnlijk
kort na de oerknal al volwaardige sterrenstelsels ontstonden. De sterrenstelsels zijn vrij klein,
met een lichtkracht van slechts 1 tot 10 miljoen zonnen.

Het melkwegstelsel heeft een lichtkracht van 100 miljard zonnen. Men ging ervan uit dat sterrenstelsels
zeldzaam zijn in de periode van 500 miljoen jaar na de oerknal, maar de ontdekking van de nieuwe sterrenstelsels
geeft aan dat sterrenstelsels uit vroegere tijden een grotere rol hebben gespeeld dan voorheen werd gedacht.
De wetenschap zal moeten wachten op de lancering van de James Webb ruimtetelescoop om uitsluitsel te krijgen.



Coma cluster zit vol met dwergsterrenstelsels
30 mei 2007


De Spitzer Space Telescope heeft in korte tijd meer dan duizend dwergstelsels ontdekt in
een gigantische cluster van sterrenstelsels, de Coma cluster, met een doorsnede van
20 miljoen lichtjaar in het sterrenbeeld Hoofdhaar. In deze enorme verzameling van sterrenstelsels,
op een afstand van 320 miljoen lichtjaar, bevinden zich ook nog enkele honderden
grote sterrenstelsels, waarvan het bestaan al langer bekend is.

Sterrenkundigen denken dat de dwergsterrenstelsels kort na de oerknal de eerste sterrenstelsels in het heelal waren.
Ze zijn waarschijnlijk de bouwstenen voor grotere sterrenstelsels, zoals ons eigen melkwegstelsel.
Daarnaast behoren veruit de meeste sterrenstelsels in het heelal tot deze groep van dwergstelsels, die ondanks
hun geringe afmetingen waarschijnlijk een belangrijke rol bij de kosmische evolutie hebben gespeeld.


Coma Cluster

De Spitzer-waarnemingen laten slechts een deel van de sterrencluster zien, het totale aantal dwergstelsels
in de cluster wordt op minstens vierduizend geschat. De ontdekte dwergstelsels zijn over het algemeen
kleiner en hebben minder massa dan de Kleine Magelhaanse Wolk.
De Kleine Magelhaanse Wolk is het tweede grootste satellietstelsel van ons melkwegstelsel.

Volgens de onderzoekers zijn 1.600 van de 30.000 zwakke objecten, die zijn waargenomen
met de Spitzer, dwergstelsels in de Coma cluster.
De andere zwakke objcten behoren niet tot de cluster of zijn geen dwergstelsels.
In totaal werden 288 verschillende foto's gemaakt, gedurende 6,5 uur, om de mozaïekopname te realiseren.



Hubble fotografeert sterrenstelsel M81
29 mei 2007


Hubble Space Telescope heeft de scherpste foto, tot nu toe, van het grote spiraalsterrenstelsel M81,
Messier 81, gemaakt. M81 bevindt zich op een afstand van 11,6 miljoen lichtjaar van de aarde
in de richting van het sterrenbeeld Grote Beer en lijkt veel op ons
eigen melkwegstelsel. Een belangrijk verschil is de verdikking in het centrum van M81,
die is aanzienlijk groter dan van ons melkwegstelsel.

Het centrale midden is veel ouder en in ieder geval groter dan het midden van ons melkwegstelsel.
In het centrum bevindt zich een zwart gat met een massa van 70 miljoen zonnen.
Het zwarte gat is ongeveer vijftien keer massiever dan het zwarte gat van ons melkwegstelsel.


Messier 81

De foto van de Hubble is zo scherp, dat zelfs individuele sterren zichtbaar zijn, ook lukt het om
open sterrenclusters en bolvormige sterrenhopen van elkaar te onderscheiden.
In de spiraalarmen bevinden zich jonge, blauwe, hete sterren, waarvan de meeste slechts enkele miljoenen jaren oud zijn.
Ook bevinden zich in de spiraalarmen sterren met een leeftijd van ongeveer 600 miljoen jaar.

De groene gebieden op de foto zijn gebieden waar op dit moment actieve stervorming plaatsvindt.
Het ultraviolette licht van hete jonge sterren fluoresceert de omringende wolken van waterstofgas.
In het sterrenstelsel zijn ook donkere stofbanden zichtbaar.

Op het moment vindt er in M81 waarschijnlijk nog steeds actieve sterformatie plaats in de spiraalarmen.
Dit is mogelijk veroorzaakt door NGC 3077 en M82, deze sterrenstelsels passeerden M81 ongeveer 300 miljoen jaar geleden
en de sporen zijn nu nog goed te zien. De foto die de Hubble van M81 heeft gemaakt, is samengesteld uit opnamen,
die tussen 2004 en 2006 met de Advanced Camera for Surveys zijn gemaakt, deze is inmiddels uitgevallen.



Fuse ziet dubbelster in Grote Magelhaense Wolk
28 mei 2007


Sterrenkundigen hebben, met behulp van de FUSE, een ultravioletsatelliet en de Curtis Schmidt Telescope in Chili,
de eigenschappen bepaald van een zeer zware, jonge en extreme dubbelster in de Grote Magelhaense Wolk,
één van de satellietsterrenstelsels van ons melkwegstelsel, op een afstand van 165.000 lichtjaar van de aarde.

De dubbelster, LH54-425 in het stelsel LH54, bestaat uit twee O-sterren, dit is het zwaarste en helderste stertype in het heelal.
Door het bestuderen van het spectrum heeft men ontdekt dat de sterren een massa hebben van respectievelijk 62 en 37 zonnen.
De twee sterren draaien dicht rondom elkaar, met een omlooptijd van slechts 2,25 dagen.
Hun onderlinge afstand is zes keer zo klein als de gemiddelde afstand tussen de zon en de aarde.


Dubbelster LH54-425

Beide sterren hebben een extreem krachtige sterrenwind en door de waarnemingen van de FUSE heeft men voor het eerst kunnen
vaststellen wat er precies gebeurd als beide krachtige winden op elkaar inwerken, waardoor ze heel veel materie verliezen.

De grootste van de twee sterren verliest 500 biljoen ton materiaal per seconde in de ruimte, met een snelheid
van 8,6 miljoen kilometer per uur. Een dergelijk massaverlies is heel normaal voor O-sterren.
In vergelijking met de zon verloopt het leven van O-sterren bijzonder snel, O-sterren leven slechts
enkele miljoenen jaren, dit in tegenstelling tot de vele miljarden jaren van zonachtige sterren.
Door de kleine onderlinge afstand is de kans groot dat de sterren zullen samensmelten tot één ster van het type Eta Carinae.


Dubbelster (pijl) in de Grote Magelhaense Wolk



Ster ontdekt uit kosmische oertijd
12 mei 2007


Met de Very Large Telescope is de oudst bekende ster in het heelal ontdekt.
Het gaat om de onopvallende ster HE 1523-0901 in ons melkwegstelsel in het sterrenbeeld Weegschaal.
Uit nauwkeurige metingen aan de ster blijkt dat hij 13,2 miljard jaar oud is, en dus 500 miljoen jaar na de oerknal moet zijn ontstaan.


Oudste ster in heelal

De leeftijd van sterren kan worden afgeleid uit metingen hoeveel radioactief uranium en thorium in de ster aanwezig is,
d.m.v. de kosmische koolstof 14-methode, die het radioactieve verval van koolstof-14 meet.
De onderzoekers gebruikten de elementen europium, osmium en iridium om nog preciezer te werk te gaan.

Deze techniek wordt ook gebruikt bij het dateren van archeologische vondsten, maar het dateren van sterren is veel moeilijker,
omdat de tijdschaal veel breder is. Het radioactief verval gaat redelijk snel, waardoor wetenschappers een ster goed moeten
onderzoeken om het element koolstof-14 te vinden, want na 13 miljard jaar is er namelijk heel weinig van over.



Helderste supernova ooit
9 mei 2007


Chandra X-ray Observatory heeft de helderste supernova-explosie ooit waargenomen.
Het gaat mogelijk om een nieuw type van supernovamechanisme van heel massieve, jonge sterren.

In het jonge heelal kwamen dit soort massieve sterren vrij veel voor. Dit in tegenstelling tot de gewone supernova's,
die ontstaan door uitputting van de brandstof in de kern en deze sterren exploderen door de enorme druk van fotonen.

SN 2006gy was honderdmaal helderder dan een gewone supernova, wat betekent dat de ontplofte ster
zeker 150 keer zo zwaar als de zon moet zijn geweest. De supernova vond plaats in
het sterrenstelsel NGC 1260, op een afstand van 240 miljoen lichtjaar van de aarde.


Supernova SN 2006gy

Eta Carinae, een massieve ster in ons eigen melkwegstelsel, op een afstand va 7500 lichtjaar (32.000 keer dichterbij dan SN 2006gy),
bevindt zich momenteel in dit stadium. Het is niet duidelijk of Eta Carinae in de toekomst een supernova zou kunnen worden.



Gemini-telescoop ontleed Orionnevel
22 maart 2007


De Gemini-telescoop (twee acht meter telescopen) heeft, met het vorig jaar geïnstalleerde lasersysteem
waardoor de verstoringen in de aardse atmosfeer worden weggefilterd, een zeer scherpe opname van
de Orionnevel kunnen maken. De opname laat gaskogels zien, die door het stervormingsgebied heen schieten.

De kogels en hun lange golven zijn in 1983 voor het eerst waargenomen, maar pas sinds 1992 is bekend
dat de snel bewegende gaswolken door een nog onbekend proces uit het centrum van de Orionnevel,
waar tal van zware sterren zijn ontstaan, worden weggeschoten met snelheden tot
400 kilometer per seconde, dit is meer dan duizend keer sneller dan de snelheid van het geluid.

De kogels hebben reusachtige afmetingen, de punt van de kogel is ongeveer tien keer zo groot als de baan
van Neptunus om de zon, ongeveer 60 miljard kilometer en de golven zijn ongeveer 1/5 van een lichtjaar lang.

De Orionnevel is een stervormingsgebied op een afstand van 1.500 lichtjaar bij ons vandaan.
Het bevat veel jonge sterren, waarvan vele zich in een omhulsel van donker gas bevinden.
Wetenschappers denken dat hier nieuwe planeten gevormd worden.


Orionnevel


Orionnevel, gaskogels uitvergroot



Neutronenster verbreekt snelheidsrecord
17 februari 2007


Met behulp van de Europese gammasatelliet Integral heeft men een neutronenster ontdekt,
die het snelst om zijn as draait van alle neutronensterren die ooit zijn waargenomen.
De nieuwe recordhouder staat op een afstand van 35.000 lichtjaar, heeft een doorsnede van 15 kilometer,
maar bevat evenveel materie als de zon en draait iedere seconde maar liefst 1122 keer om zijn as.

Een gewone ster zou bij zo'n snelle rotatie, die vergelijkbaar is met die van een ultracentrifuge voor het
verrijken van uranium, allang uiteen zijn geslingerd. Maar deze ster is echter zo klein en compact,
dat zijn aantrekkings nog net voldoende is om zijn materie bijeen te houden.


Neutronenster (rechts) trekt materie aan

De betreffende neutronenster, XTE J1739-285, is in 1999 ontdekt door de Rossi X-Ray Timing Explorer, RXTE
van de NASA, in augustus 2005 zag de Integral de ster weer terug tot leven komen, waarna men de ster gedurende
enkele maanden heeft gevolgd en de Integral 20 uitbarstingen van röntgenstralen heeft waargenomen.
Aanvullende observaties zijn echter noodzakelijk om te bevestigen dat
de waargenomen snelheid niet het gevolg is van opsporingsfouten.

De neutronenster draait om een andere, gewone ster en zuigt daarvan het gas op
dat zich over het oppervlak van de neutronenster verspreidt.
Als die laag 5 tot 10 meter dik is geworden, gaan er kernreacties optreden, die tot
waterstof-bomachtige explosies leiden, waarbij veel röntgenstraling wordt uitgezonden.



Andromedastelsel is groter dan gedacht
7 januari 2007


Astronomen hebben bij het Andromedastelsel een enorme halo van sterren ontdekt,
die zich tot ver voorbij de grenzen van de zichtbare schijf uitstrekt.
De ontdekking houdt in dat het Andromedastelsel maar liefst vijf keer groter is dan gedacht.

De doorsnede van de zichtbare schijf van Andromeda is 100.000 lichtjaar. Vorig jaar heeft men ontdekt,
dat veel sterren die zich buiten de schijf bevinden met de zichtbare schijf meedraaien.
Hierdoor kwam men tot de conclusie dat Andromeda, naast de zichtbare schijf, nog een ijlere buitenschijf heeft.
De doorsnede werd zo verdubbeld tot 200.000 lichtjaar.

De halo van het Andromedastelsel bestaat uit een ijle groep van oude, rode sterren,
die tot 500.000 lichtjaar van het centrum van het enorme spiraalstelsel aangetroffen kunnen worden.
Toch zijn ze zelfs op die grote afstand door de zwaartekracht aan het stelsel gebonden.


Andromedanevel met halo



Hubble fotografeert botsende sterrenstelsels
18 oktober 2006


Hubble Space Telescope fotografeerde de botsing tussen twee spiraalsterrenstel,
die ongeveer 500 miljoen jaar geleden begon.
De sterrenstelsels in het sterrenbeeld Raaf, worden de Antennestelsels genoemd
en zijn de jongste en de het dichtstbij van twee botsende sterrenstelsels.
Terwijl de twee sterrenstelsels tegen elkaar botsen worden miljarden sterren geboren.

Op de foto zie je aan de linkerkant oranje vlekken en een grote vlek rechts van het midden
dit zijn de twee kernen van de vroegere sterrenstelsels.
De kernen bestaan voornamelijk uit oude sterren en delen van donkerbruin gas en stof.
De doorsnede van de sterrenstelsels is 500.000 lichtjaar, 5 keer groter dan ons melkwegstelsel.


Botsende sterrenstelsels

Beide sterrenstelsels worden omgeven door blauwe stervormingsgebieden en roze waterstofgas.
De sterrenhopen, blauw en roze, ontstaan door schokgolven in het gas tussen de sterren.
Het sterk verhitte waterstofgas zendt vooral rozerode straling uit
en de pasgeboren hete sterren stralen vooral blauw-wit licht uit.

De Antennestelsels hebben hun naam te danken aan de lange antenneachtige armen,
die een enorm grote lengte hebben en zich ver uitstrekken.
De twee armen werden ook 500 miljoen jaar geleden gevormd en geven een beeld over wat er met
ons melkwegstelsel kan gebeuren als het over zes miljard jaar met het Andromedastelsel botst.
Waarschijnlijk ontstaat er dan ook een soortgelijke situatie.



De Andromedanevel
4 oktober 2006


De Andromedanevel is te zien op een nieuwe compositiefoto, die is samengesteld uit afbeeldingen
van de Spitzer Space Telescope en de Galaxy Evolution Explorer (GALEX).
De lengte van het stelsel is 260.000 lichtjaar.

Er zijn hete gebieden met volwassen sterren en koele gebieden met rustige stervorming te zien.
De ultraviolette opnamen van GALEX laten het hete deel van de Andromedanevel zien.
De infrarode opnamen van Spitzer laten het koele deel zien.


Andromedanevel

Hete, jonge sterren zijn op de compositiefoto zichtbaar als blauwe gebieden,
de oude sterren zijn zichtbaar als groene vlekken. De heldere gele vlek in het centrum
wordt gevormd door een uitzonderlijk dicht gebied van oude sterren.

De rode vegen zijn koele gebieden waar sterren zich aan het vormen zijn.
De vormende sterren worden omgeven door kosmische wolken van gas en stof, die het licht van de sterren
tegenhouden, als deze sterren straks groot genoeg zijn zullen ze het gas en stof verwarmen en wegblazen.



Nobelprijs natuurkunde voor Amerikanen
3 oktober 2006


De Nobelprijs voor de natuurkunde is dit jaar toegekend aan de Amerikaanse sterrenkundigen
John Mather en George Smoot. Zij krijgen de onderscheiding voor hun onderzoek naar het ontstaan
van sterrenstelsels en sterren. Aan de prijs is een bedrag van 1 miljoen euro verbonden.

Zij danken deze toekenning aan hun onderzoek van het vroege heelal,
met name aan hun betrokkenheid bij de ontwikkeling van de Cosmic Background Explorer, COBE,
die in 1989 door de NASA is gelanceerd. Aan het project met COBE werkten meer dan
duizend wetenschappers, technici en andere betrokkenen.

De twee sterrenkundigen maakten ongekend nauwkeurige metingen naar de kosmische achtergrondstraling,
het overblijfsel van de eerste warmtestraling na de oerknal, die zich vrij door het heelal
kon verplaatsen en heel kleine temperatuurvariaties vertoont.


Temperatuur kosmische achtergrondstraling

Deze variaties worden beschouwd als een afspiegeling
van kleine dichtheidsverschillen in de materie die het jonge heelal vulde.
Het vroege heelal was extreem heet, bij het uidijen van het heelal, koelde het af.

Op plekken waar de dichtheid iets groter was dan gemiddeld,
zouden de eerste sterren en sterrenstelsels zijn ontstaan.

De kleurrijke kaart van de temperatuur van de kosmische achtergrondstraling is ook wel omschreven
als de babyfoto van het heelal of het gezicht van God.

De COBE wordt opgevolgd door de Planck satelliet, deze is tien keer gevoeliger
en heeft een vijftig keer scherper vermogen dan de COBE, al deze kwaliteiten
maken de Planck satelliet duizend keer krachtiger dan de COBE.


Planck satelliet



Botsing sterrenstelsels laat donkere materie zien
21 augustus 2006


Wanneer twee groepen sterrenstelsels op elkaar botsen, kan het hete gas gedeeltelijk van
de donkere materie worden gescheiden. De donkere materie volgt gedurende de botsing
een baan die helemaal door de zwaartekracht wordt bepaald.

Het hete gas daarentegen kan met elektromagnetische krachten wisselwerken,
als het hete gas van het ene sterrenstelsel op dat van het andere stelsel bots,
ontstaat daardoor een schok, die de beweging van het hete gas afremt.
Daardoor blijft de beweging van het hete gas achter bij de beweging van de donkere materie.

De Chandra X-ray Observatory heeft zo'n botsing waargenomen
bij het sterrenstelsel 1E 0657-56, of de Kogel-cluster.


Kogel-cluster botst met een sterrenstelsel

Op de opname zie je de botsing en het door elkaar heen gaan van twee sterrenstelsels,
de donkere materie wordt met blauw aangegeven en is niet vertraagd door de botsing,
maar het hete gas van beide sterrenstelsels, ongeveer 10%, is met een schok afgeremd.
Hierdoor heeft het hete gas een vertraging opgelopen in vergelijking met
de donkere materie en zijn beide van elkaar gescheiden.

De verdeling van het hete gas is gemeten door de Chandra, de andere sterrenstelsels op de
onderliggende foto (samengevoegd), zijn gemaakt door de Hubble Space Telescope en de Magellan-telescope.

De Kogelcluster, dankt zijn naam aan de rode, kogelvormige uitstulping aan de rechterkant.
De opnamen zijn gemaakt met gewoon licht, röntgenlicht en de zwaartekracht-lensmethode.



Supersnel bewegende neutronenster
12 augustus 2006


Men heeft de snelheid van een neutronenster gemeten.
De snelheid van die neutronenster was meer dan 1500 kilometer per seconde.
Daarmee is het één van de snelst bewegende neutronensterren in het heelal.

Hoe neutronensterren van die hoge snelheden kunnen bereiken is nog niet bekend.
De ster bevindt zich op een afstand van 6500 lichtjaar van de aarde en heeft een hele grote dichtheid,
een theelepel materiaal van de ster kan miljarden tonnen wegen.


De snelste neutronenster

De ontdekking is gedaan door de Chandra X-ray Observatory, die met tussenpozen van vijf jaar opnames
heeft gemaakt van de neutronenster RX J0822-4300 in de Puppis-A supernova.

Onderzoekers ontdekten dat de ster zich aan de hemel 44 miljoenste deel van een graad per jaar beweegt.
Gezien de afstand van 6500 lichtjaar komt dat neer op 1500 kilometer per seconde.
De ster en de supernova bewegen beide in tegenovergestelde richting.



Hubble fotografeert sterrenstelsel van de zijkant
9 juni 2006


Met de Hubble Space Telescope is een opname gemaakt van het spiraalsterrenstelsel NGC 5866.
Het bijzondere van dit stelsel is dat we het van opzij zien, hierdoor lijkt het niet groot,
meestal hebben deze stelsels een doorsnede van 100.000 lichtjaar en een dikte van slechts een paar duizend lichtjaar.

Wat vooral opvalt is de donkere stofband die in het schijfvlak ligt en het stelsel in twee helften verdeelt.
Van de zijkant bekeken is zo'n sterrenstelsel, met miljarden sterren, vaak niet meer dan een streepje aan de hemel.
In het midden is de centrale bol te zien, de zijkant van de spiraalarmen en de lange slierten van jonge, hete sterren
evenwijdig aan de stofband en de ijle halo die het sterrenstelsel omhult.


Spiraalsterrenstelsel NGC 5866

Deze halo is dermate doorzichtig, dat het licht van verder weg gelegen melkwegstelsels er vrijwel ongehinderd
doorheen schijnt, NGC 5866 wordt officieel tot de spiraalstelsels gerekend, maar eigenlijk is het
een lensvormig stelsel, het is wel plat, maar vertoont van bovenaf gezien bijna geen spiraalvorm.

NGC 5866 staat in het sterrenbeeld Draak en wordt ook wel spinklos-stelsel genoemd, de afstand tot
de aarde is ongeveer 44 miljoen lichtjaar en is iets kleiner dan ons eigen melkwegstelsel.



ESTEC meet nauwkeurige pulsar in Krabnevel
8 juni 2006


Astronomen van ESTEC in Noordwijk, hebben pulsen die afkomstig zijn van de pulsar in
de Krabnevel in het sterrenbeeld Taurus - stier - nauwkeurig de gemeten in het zichtbare licht.
Het is voor het eerst dat deze pulsen iets eerder worden waargenomen dan op radiofrequenties.

De Krabnevel en de pulsar zijn overblijfselen van een supernova,
waargenomen door Chinezen in het jaar 1054 (zie nieuws rotstekeningen 7 juni 2006).


Krabnevel

De Krabnevel bevindt zich op een afstand van ongeveer 6500 lichtjaar van de aarde en wordt met
een snelheid van 1500 kilometer per seconde groter, de doorsnede is nu ongeveer 6 lichtjaar.
De pulsar in de nevel heeft een doorsnede van 10 tot 20 kilometer, en draait 30 keer per seconde om zijn as.
De straling die de pulsar uitzendt heeft een ruim bereik, van radiogolven tot gammastraling.

Al eerder hebben astronomen ontdekt dat de pulsen in röntgen- en gammastraling iets vooruitlopen
op de radiopuls, maar in het zichtbare licht bleek het meten van dit verschijnsel lastig.
Waarnemingen op de Canarische eilanden door de ESTEC-astronomen laten zien dat ook de pulsen
van de pulsar in de Krabnevel vooruitlopen, de puls komt in het zichtbare licht ongeveer
270 microseconden eerder op aarde aan dan op radiofrequenties.

Voor dit verschijnsel zijn twee verklaringen:
1. de straling op radiofrequenties ontstaat wat dichter bij de pulsar dan in het zichtbare licht, door het tijdsverschil
zou het verschil in afstand iets minder dan 100 kilometer moeten zijn.
2. of de straal van de radiopuls en de lichtpuls vallen niet precies samen, dan maakt de straal van de radiopuls
een hoek van ongeveer 3 graden met de straal in het zichtbare licht.



Rotstekening misschien supernova-explosie
7 juni 2006


Op een rotstekening in White Tanks Regional Parks, net buiten Phoenix, in de staat Arizona in de Verenigde Staten
is misschien een weergave ontdekt, waarop een explosie van een ster te zien is.

De rotstekening is waarschijnlijk gemaakt door een Indiaanse stam genaamd de Hohokam.
Deze stam leefde van 500 tot 1100 na Christus, de rotstekening is waarschijnlijk gemaakt in het jaar 1006.
Op de rotstekening zijn verschillende figuren zichtbaar, waaronder een schorpioen en een ster,
de ster stond in de buurt van het sterrenbeeld Schorpioen.


Rotstekening Supernova


Opname Supernova SN 1006 door Chandra X-Ray

Tegenwoordig is het restant van de supernova, SN 1006, gefotografeerd door de Chandra röntgensatelliet, nauwelijks zichtbaar
en gaat het object de geschiedenis in als de helderste supernova-explosie in de geschiedenis van de mensheid.

Eerder zijn in het zuidwesten van de Verenigde Staten rotstekeningen gevonden die vermoedelijk
een supernova in het jaar 1054 laten zien, op een afstand van 6300 lichtjaar (zie nieuws Pulsar Krabnevel 8 juni 2006).



Zwart gat in sterrenstelsel Centaurus
24 april 2006


Met de röntgensatelliet, Chandra X-Ray Observatory is ontdekt dat het zwart gat, NGC 4696,
in het centrum van het Centaurus sterrenstelsel, een zeer zuinig zwart gat is.
Het sterrenstelsel staat op een afstand van 150 miljoen lichtjaar van de aarde.


Zwart gat met holtes aan de zijkant in het centrum van Centaurus

Zwarte gaten hebben maar heel weinig brandstof tot hun beschikking, maar toch produceren ze enorm veel energie.
Zwarte gaten slokken materie, de brandstof, uit hun omgeving op en zetten die materie voor een belangrijk deel
om in energie, deze energie wordt vervolgens, in tegenovergestelde richtingen, grotendeels de ruimte in geblazen
in de vorm van twee straalstromen, ook wel jets genoemd.


Centaurus sterrenbeeld

De Chandra heeft nu ontdekt dat deze rustige zwarte gaten in de kernen van elliptische sterrenstelsels,
die maar weinig materie uit hun omgeving opslokken, toch heel veel energie aan de polen de ruimte in blazen,
in de vorm van bundels elektrisch geladen deeltjes.

De actieve zwarte gaten, ook wel quasars genoemd, produceren extreem krachtige jets in de vorm van
energierijke röntgenstraling, men heeft zich toen afgevraagd hoeveel gas een zwart gat
moet verzwelgen om jets te produceren, en hoe groot die jets dan zijn.

Met behulp van de Chandra hebben wetenschappers negen sterrenstelsel op 400 miljoen lichtjaar afstand
waargenomen, die allen ooit quasars geweest zijn. Dit heeft men kunnen vaststellen aan de hand van
de enorme holtes die door de zwarte gaten in de sterrenstelsels geblazen zijn.

De grootte van deze holtes hebben een verband met de snelheid waarmee het gas in het zwarte gat verdwijnt.
Het bepalen van beide levert een schatting van de hoeveelheid energie per hoeveelheid materie,
die door het zwarte gat worden omgezet. Het blijkt dat de jets ongeveer 2,5 % van hetgeen het zwarte gat
opneemt wordt uitgestoten als energie.

De energie van de jets, straalstromen verhit het gas in de sterrenstelsels, hierdoor kan het gas niet afkoelen
en wordt de vorming van nieuwe sterren belemmerd.



Planetenstelsel-in-wording ontdekt rond pulsar
5 april 2006


Spitzer Space Telescope heeft een planetenstelsel-in-wording ontdekt bij een pulsar op 13.000 lichtjaar afstand
van de aarde. De schijf bevat naar schatting genoeg materiaal voor de vorming van tien planeten ter grootte
van de aarde. Spitzer registreerde de warmtestraling van een ronddraaiende stofschijf,
die zich op zo'n anderhalf miljoen kilometer afstand van de pulsar bevindt.


Pulsar met stofschijf

Pulsars zijn de kleine, compacte en snel ronddraaiiende overblijfselen van zware sterren, die aan het eind van
hun leven als supernova explodeerden. Eerder zijn bij een andere pulsar al planeten gevonden, maar het was nooit
helemaal duidelijk of dat oude planeten zijn, die de supernova-explosie hebben overleefd, of nieuwe planeten,
die ontstaan zijn in de nasleep van de explosie.

De ontdekking van de stofschijf rond de pulsar in het sterrenbeeld Cassiopeia, laat zien dat er inderdaad sprake
kan zijn van een tweede generatie planeten. De ster heeft waarschijnlijk 10 miljoen jaar bestaan.

Ongeveer 100.000 jaar geleden bezweek de ster door zijn eigen gewicht en ontstond er een supernova-explosie,
deze explosie waarbij de pulsar ontstond, moet ongeveer honderdduizend jaar geleden hebben plaatsgevonden
en was een hele grote, heldere ster met een massa van tien tot twintig keer de massa van onze zon.



Twee bruine dwergen draaien samen
15 maart 2006


Sterrenkundigen hebben een dubbelster ontdekt, die uit twee bruine dwergen bestaat en om de tien dagen
voor elkaar langs schuiven, hierdoor neemt hun gezamenlijke helderheid enkele uren af.
Er zijn al meer van deze paren ontdekt, maar het unieke van deze sterren is dat ze zo dicht bij elkaar staan,
dat ze zich als één ster met een periodiek veranderende helderheid laten zien.

Sterrenkundigen zijn er voor het eerst in geslaagd om de massa's van de twee om elkaar draaiende
bruine dwergen te bepalen. Bovendien kon van beide sterren ook de doorsnede worden gemeten.
De metingen waren mogelijk, doordat we vanaf de aarde tegen de zijkant van het baanvlak van
de bruine dubbelster aan kijken. Hierdoor bedekken de beide sterren elkaar bij elke omloop.


Bruine dwergen, dubbelster

Bruine dwergen kunnen worden beschouwd als mislukte sterren, ze zijn te klein en te licht om fusiereacties
in hun kern op gang te houden. De onderzochte dubbelster, die zich in de Orionnevel bevindt, waar veel
sterren worden gevormd, bestaat uit bruine dwergen die 0,7 en 0,5 maal zo klein zijn als onze zon.

De bruine dwergen zijn respectievelijk 55 en 35 maal zo zwaar zijn als de planeet Jupiter.
Opmerkelijk genoeg blijkt de zwaarste van de twee ook de koelste te zijn, wat in strijd is met
de bestaande theorieën over de temperaturen van bruine dwergen van dezelfde leeftijd.

Dat betekent dat de beide sterren of niet even oud zijn of dat de huidige modellen onjuist zijn.
Mogelijk ontstonden ze op verschillende plaatsen in de Orionnevel en werden ze pas tijdens
een latere ontmoeting aan elkaar verbonden.


Orionnevel



Hyperreuzen ontdekt
8 februari 2006


Met NASA's Spitzer Space Telescope zijn stofschijven ontdekt rond hyperreuzen,
dit zijn gigantisch zware, grote en heldere sterren.

Mogelijk gaat het om protoplanetaire schijven, waaruit in de toekomst planetenstelsels kunnen ontstaan.
Eerder werd altijd aangenomen dat zulke protoplanetaire schijven geen overlevingskans
zouden hebben in de directe omgeving van hyperreuzen.


Hyperreus met stofschijf

Hyperreuzen zijn namelijk enorm heet en produceren een intense sterrenwind en
hyperreuzen ontploffen al enkele miljoenen jaren na hun geboorte als supernova.

De twee hyperreuzen bevinden zich in de Grote Magelhaense Wolk en zijn 30 en 70 maal zo zwaar als de zon.
Ze zijn zo groot dat de hele omloopbaan van de aarde erin zou passen.

Overigens kan niet worden uitgesloten dat de hyperreuzen kleinere begeleiders hebben
en dat de stofschijven zich rond die begeleiders bevinden.



Sneldraaiende pulsar
12 januari 2006


Pulsars staan bekend om hun snelle draaiing, maar nu heeft men er één gevonden
die zich niet aan de gangbare theorieën houdt.

Deze pulsar draait maar liefst 716 keer per seconde om zijn eigen as,
veel sneller dan tot nu toe voor mogelijk werd gehouden.

Pulsars zijn neutronensterren die aan hun polen bundels van straling de ruimte in schieten.
Neutronensterren zijn de overblijfselen van supernova's.


Pulsar

De meeste pulsars draaien enkele tot honderden keren per seconde om hun as.

De pulsar is gevonden in een 10 miljard jaar oude sterrencluster, Terzan-5,
die zich op 28.000 lichtjaar afstand van de aarde bevindt.

De pulsar is waarschijnlijk niet groter dan 16 kilometer in doorsnede,
anders zou hij door de snelle draaiing uit elkaar vliegen.

De massa van de pulsar ligt rond de 2 zonnemassa's.



Orionnevel
11 januari 2006


Met de Hubble Space Telescope is een mooie gedetailleerde fotomozaïek gemaakt van
de Orionnevel en laat duizenden sterren, stervormingen en bruine dwergen zien.

De fotomozaïek is samengesteld uit 520 afzonderlijke opnamen, waar een half jaar aan gewerkt is.

De Orionnevel bevindt zich in het sterrenbeeld Orion, op een afstand van 1500 lichtjaar van de aarde.

De nevel behoort tot de mooiste objecten aan de nachthemel, maar het zal niet eeuwig zo blijven.
Uiteindelijk zal de nevel uit Orion verdwijnen en komt er een prachtige open sterrenhoop voor in de plaats.


Orionnevel



Hubble fotografeert Polaris Ab
9 januari 2006


Polaris, beter bekend als de poolster, heeft twee begeleidende sterren, Polaris B en Polaris Ab.
Polaris B bevindt zich ver genoeg van de ster vandaan om met een kleine telescoop waar te nemen.

Polaris B werd voor het eerst gezien door William Herschel in 1780.

Er is nog een tweede begeleider, namelijk Polaris Ab - Alfa Ursae Minoris Ab.
Onderzoekers wisten al sinds 30 jaar dat er nog een begeleider moest zijn.

Deze ster bevindt zich zo dicht bij Polaris, dat de ster nu pas door
de Hubble Space Telescope kon worden gefotografeerd.


Poolster

Het driesterrensysteem bevindt zich op een afstand van 430 lichtjaren bij ons vandaan. De afstand tussen
Polaris en Polaris Ab is ongeveer 3,2 miljard kilometer en de baan om Polaris duurt 30 jaar.

Polaris B staat op 386 miljard kilometer afstand van de hoofdster Polaris.

De gemiddelde afstand tussen de zon en Pluto is 4 miljard kilometer.
Het helderheidsverschil maakt het nog moeilijker om de sterren van elkaar te onderscheiden.

Polaris is een superreus die 2.000 keer helderder is dan de zon en een massa heeft van 4,3 keer de massa van de zon.
De hoofdster maakt deel uit van het sterrenbeeld Kleine Beer.

De ster markeert het punt waar de sterrenhemel op het noordelijk halfrond omheen lijkt te draaien.

De Polaris Ab is een ster, die iets zwaarder, iets heter en iets helderder is dan de zon.



Nauwkeurige klok
1 december 2005


Telescopen op de McDonaldsterrenwacht in Texas hebben in het sterrenbeeld de Kleine Leeuw
een witte dwerg waargenomen, die de nauwkeurigste klok is die tot nu toe is ontdekt.

De ster is ongeveer 400 miljoen jaar oud en zend elke 3 minuten en 35 seconden een lichtstraling uit.
Deze licht- of radiogolven worden door de aarde als de tikken van een heel nauwkeurige klok opgevangen.

De lengte van de tik wordt bepaald door de draaisnelheid van de ster.
De ster staat op een afstand van 200 lichtjaar jaar van de aarde.


Witte dwerg

De witte dwerg is het overblijfsel ven een ster die aan het einde van zijn leven opzwol en zijn buitenste lagen
de ruimte inblies, er blijft dan een zeer hete kern over die niet veel groter is dan de aarde.

Sommige van deze witte dwergen pulseren en heten dan pulsars.

De lichtgolven nemen heel langzaam af doordat de witte dwerg heel langzaam afkoelt.

De ster in de Kleine Leeuw draait elke 8,9 miljoen jaar één seconde langzamer
om zijn as en vormt zo een stabiele klok.



Einstein-ringen
17 november 2005


Een team van Nederlandse en Amerikaanse astronauten hebben
het grootste aantal Einstein-ringen ooit gevonden.

Tot nu toe waren er drie Einstein-ringen bekend.

De opnamen van acht verschillende sterrenstelsels op een afstand van 2 tot 4 miljard lichtjaar,
zijn gemaakt door de Hubble Space Telescope samen met de SDSS.

Deze sterrenstelsels zijn grote elliptische sterrenstelsels, die het licht verstoren van sterrenstelsels
die erachter staan op een afstand van 4 tot 8 miljard lichtjaar tot de aarde.


Einstein-ringen

Terwijl het licht van de achterste sterrenstelsels naar de aarde reist wordt het verstoord
door de aantrekkingskracht van de grote elliptische sterrenstelsels.

Hierdoor ontstaat soms een blauwe ring, dit wordt de Einstein-ring genoemd.

Dit gebeurt alleen als de sterrenstelsels en de aarde, recht op één lijn achter elkaar staan.

De Einstein-ringen zijn het mooiste voorbeeld van kromming van tijd en ruimte
door afbuiging door grote objecten zoals sterrenstelsels.

Dit was voorspeld door Albert Einstein, toen hij zijn beroemde
Algemene Relativiteitstheorie ontwikkelde.



Jonge sterren
16 november 2005


Met de Spitzer Space Telescope zijn vele tientallen jonge sterren ontdekt
in een stervorminggebied in het sterrenbeeld Perseus.

De sterren zijn minder dan één miljoen jaar oud en staan op ongeveer 1000 lichtjaar afstand.


Stervorming

Op gewone foto's zijn de sterren niet zichtbaar doordat de donkere wolken
van gas en stof het licht van de sterren opnemen.

De infraroodstraling van deze sterren dringt wel door het stof heen
en kan door de Spitzer worden waargenomen.

Ongeveer 80 van deze nieuw ontdekte sterren worden omringd door een afgeplatte,
ronddraaiende gasschijf waaruit planetenstelsels kunnen ontstaan.



Supernova-restanten
16 november 2005


Twee supernova-restanten waargenomen door de Chandra, een röntgensatelliet.
De twee bevinden zich in de Grote Magelhaense Wolk.

Door deze nieuwe opname weten wetenschappers nu meer over het tweetal,
waaronder een belangrijk verschil in het ontstaan.


Twee supernova-restanten

Ze zijn op verschillende manieren ontstaan.

De bovenste supernova bevat meer ijzer en is waarschijnlijk het product van
een witte dwerg, die in elkaar is gestort tot neutronenster.

De onderste supernova bevat minder ijzer en is veroorzaakt door een hele zware ster,
die na een paar miljoen jaar explodeert.



Kleine Magelhaense Wolk
11 november 2005


Een mooie opname van de Kleine Magelhaense Wolk, gemaakt door de Hubble Space Telescope.


Kleine Magelhaense Wolk

In de Kleine Magelhaense Wolk bevindt zich één van de meest dynamische
stervorminggebieden, op een afstand van 210.000 lichtjaar vanaf de aarde.

De Kleine Magelhaense Wolk is een satellietstelsel van ons melkwegstelsel.
Midden in het centrum zie je een stervorminggebied van een heldere sterrengroep (NGC 346).

De Magelhaense Wolken zijn genoemd naar Ferdinand Magelhaen, een Portugese ontdekker
die in 1519 als één van de eerste Europeanen deze sterrenstelsels ontdekte.



Supersnelle ster
9 november 2005


Door de ontdekking van een supersnelle ster, HE 0437-5439, in de kern van de Grote Magelhaense Wolk
vermoeden astronomen dat zich in de kern een zwaar zwart gat bevindt.

De ster heeft een snelheid van 2,6 miljoen kilometer per uur en zal in de toekomst de ruimte invliegen.


Supersnelle ster en Grote Magelhaense Wolk

De ontdekking werd gedaan door de Very Large Telescope in Chili.

Het gaat om een jonge, zware ster van ongeveer 35 miljoen jaar oud, staat 200.000 lichtjaar
vanaf de aarde en heeft een massa van 9 keer de zon. Hij blijkt een chemische
samenstelling te hebben die kenmerkend is voor de Magelhaense Wolk.

Waarschijnlijk is de ster afkomstig uit de kern van de Grote Magelhaense Wolk, waar zich
waarschijnlijk ook het zwarte gat bevindt, met waarschijnlijk een massa van 1000 zonnen.

Sterren ontstaan niet met zulke hoge snelheden, hij moet een keer sterk versneld zijn geraakt.
De hogesnelheidsster zal oorspronkelijk deel uit hebben gemaakt van een dubbelstersysteem
dat op korte afstand langs dit zwarte gat bewoog. Daarbij werd de dubbelster
uiteengerukt, en werd één van de twee sterren de ruimte in geslingerd.

De Grote Magelhaense Wolk is een naaste buur van ons melkwegstelsel
en staat 170.000 lichtjaar van ons vandaan.



Eerste sterren
2 november 2005


De Spitzer Space Telescope heeft een zwakke gloed waargenomen van de vorming van
de allereerste generatie sterren in het heelal.

De sterren ontstonden na de oerknal toen het heelal nog geen tweehonderd miljoen jaar was
en korte tijd erna als supernova's explodeerden.

Het sterrenlicht dateert uit de tijd dat er nog geen sterrenstelsels bestonden.


vorming van de allereerste sterren

Deze gebieden liggen op miljarden lichtjaren afstand in het heelal.

Het is heel moeilijk om zo ver terug in de tijd te kijken en de infraroodstraling van de eerste sterren
te onderscheiden van de latere sterrenstelsels en andere objecten.

Het is astronomen nu toch gelukt om al deze stralingen die samen werden waargenomen als
kosmische infrarood-achtergrond straling van elkaar te scheidden, door de storende straling van verre
sterrenstelsels, gas -en stofwolken te verwijderen.

Er bleef een vage infraroodgloed over die volgens de onderzoekers van de allereerste sterren moet komen.